jump to navigation

Nicolaes Maes in het Mauritshuis Den Haag – Rembrandt en de Gouden Eeuw jaar oktober 24, 2019

Posted by jandewandelaar in den haag, mauritshuis, Nicolaes Maes, Rembrandt & de Gouden Eeuw jaar.
Tags: , , , ,
add a comment

Rembrandt & de Gouden Eeuw jaar

In het Mauritshuis sluiten we het Rembrandt & de Gouden Eeuw jaar af met de tentoonstelling Nicolaes Maes – Rembrandts veelzijdige leerling. Het is de eerste internationale overzichtstentoonstelling van één van de meest geliefde meesters uit de Hollandse 17de–eeuwse schilderkunst, met prachtige bruiklenen uit Europa en de Verenigde Staten.

Vanaf 17 oktober 2019 – 19 januari 2020 tonen we in het Mauritshuis de tentoonstelling Nicolaes Maes – Rembrandts veelzijdige leerling.

Lees verder over de tentoonstelling

zie ook: Tentoonstelling van ‘De Gouden Eeuw’ naar Groepsportretten van de zeventiende eeuw Amsterdam

zie ook: “De Gouden Eeuw” versus de “Eeuw van het zwarte goud” !!!

Zie ook: In Nederland geen Amerikaanse toestanden, wel omstreden standbeelden

Zie ook: Coenschool verandert naam: ‘Past niet bij visie tolerantie’

zie ook: De Haagse beeldenstorm in het Mauritshuis

zie ook: De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

zie ook: Zwarte Piet alweer uit de kast

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook: Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook: Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

zie ook: Michiel de Ruyter-race Scheveningen

Tentoonstelling van ‘De Gouden Eeuw’ naar Groepsportretten van de zeventiende eeuw Amsterdam september 12, 2019

Posted by jandewandelaar in amsterdam, mauritshuis, museum.
Tags: , , , , , ,
1 comment so far

 

“De Gouden Eeuw” versus de “Eeuw van het zwarte goud” !!!

Het Amsterdam Museum gebruikt de term Gouden Eeuw niet meer omdat die de lading niet zou dekken. De komende tijd verandert het museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. ’Hollanders van de Gouden Eeuw’ mag niet meer. In plaats daarvan wordt de naam van de tentoonstelling ’Groepsportretten van de zeventiende eeuw’.

De term ‘Gouden Eeuw’ is sterk gekoppeld aan nationale trots, maar dat dekt de lading van de historische werkelijkheid in deze periode niet”, schrijft het museum op de website.

Telegraaf 17.09.2019

Telegraaf 13.09.2019

Het Amsterdam Museum geeft aan dat het een plek wil zijn die voor iedereen relevant is en waar alle mensen zich welkom voelen. “Dat is een proces waar het museum samen met mensen uit de stad al jaren mee bezig is. Het Amsterdam Museum geeft ruimte aan mensen en verhalen die nog niet of onvoldoende gehoord worden.”

AD 14.09.2019

Geschiedenis heroverwogen

Nederland worstelt vaker met zijn koloniale verleden. Zo werd vorig jaar een borstbeeld van Johan Maurits van Nassau weggehaald uit het Mauritshuis in Den Haag en veranderde de Amsterdamse J.P. Coenschool zijn naam. Steeds vaker wordt de geschiedenis heroverwogen, zei historicus Dienke Hondius van de Vrije Universiteit toen tegen RTL Nieuws.

Telegraaf 14.09.2019

Historicus Dienke Hondius, verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, verwijst naar de ‘internationale beweging’ die steeds vaker beelden en monumenten onder vuur neemt. Zo werden vorig jaar monumenten het mikpunt die herinneren aan Amerikaanse militairen die voor de zuidelijke staten vochten in de Amerikaanse burgeroorlog.

Ook de historici Frank Ankersmit en Piet Emmer zeggen  dat Nederland moet ophouden met het herschrijven van zijn geschiedenis onder druk van een kleine groep activisten. “De morele ijdelheid waarmee de slavernij nu wordt veroordeeld, duidt op een volkomen gebrek aan historisch besef.”

GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil was één van de mensen die de omstreden rol van Johan Maurits van Nassau aankaartten. Dat deed hij al in 2014. Hij kijkt ervan op dat het Mauritshuis zover gaat door het borstbeeld van zijn naamgever weg te halen. “Dat verbaast me”, zegt hij nu. “Ik ben er ook een beetje tegen, het is absoluut niet waar ik op uit was.”

Zie ook: In Nederland geen Amerikaanse toestanden, wel omstreden standbeelden

Zie ook: Coenschool verandert naam: ‘Past niet bij visie tolerantie’

zie ook: De Haagse beeldenstorm in het Mauritshuis

zie ook: De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

zie ook: Zwarte Piet alweer uit de kast

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook: Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook: Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

zie ook: Michiel de Ruyter-race Scheveningen

Wel of geen Gouden Eeuw: ‘Laten we op zoek gaan naar een nieuwe term’

NOS 13.09.2019 Het plan van het Amsterdam Museum om de term ‘Gouden Eeuw’ in de ban te doen, roept vandaag veel reacties op. Volgens het museum hoeft de term niet geheel afgeschaft te worden, maar moet er wel meer ruimte komen voor de schaduwkant van deze periode. Grote broer Het Rijksmuseum doet niet mee met de aanpassing.

Bekijk hier de overwegingen van de twee musea:

Video afspelen

‘Een klein groepje mensen is er rijk van geworden’

Premier Rutte noemt de actie van het museum “onzin waar hij niets mee kan” en minister Slob wordt “heel erg moe” van dit soort discussies. Historicus Karwan Fatah-Black vindt het juist goed dat het gesprek hierover gevoerd wordt.

“Veel musea zijn onbeschaamd heel blij met die Gouden Eeuw-marketing”, aldus Karwan Fatah-Black.

De discussie over het gebruik van de term Gouden Eeuw is niet nieuw. Volgens Fatah-Black is er al een jaar of 20 een zogenoemde Gouden Eeuw-hype gaande.

“Musea plakken heel graag de titel Gouden Eeuw op een tentoonstelling als het maar enigszins in de zeventiende eeuw heeft plaatsgevonden, ze zijn onbeschaamd heel blij met die Gouden Eeuw-marketing.”

Kritische kant

Met de Gouden Eeuw wordt dan vaak de ‘succesvolle’ periode bedoeld waarin Nederland een economische en militaire wereldmacht was. Maar het was ook een periode met veel armoede, oorlog en slavernij.

En die kant, die ontbreekt volgens Fatah-Black nog vaak. Maar daar lijkt verandering in te komen. “Je ziet bij musea de ontwikkeling dat ze tegenwoordig steeds meer openstaan voor kritische ideeën. Dat ze niet meer alleen de mooie dingen willen laten zien.”

“Steeds meer musea noemen die tijd niet meer vanzelfsprekend ‘goud’, aldus Karwan Fatah-Black.

Zo gebruikt het Scheepvaartmuseum de term Gouden Eeuw al langer niet meer zomaar. “En ik zie dat musea die nieuwe tentoonstellingen inrichten er al veel voorzichtiger mee zijn. Die tijd wordt niet vanzelfsprekend meer ‘goud’ genoemd.”

Dat de discussie over de term nu weer oplaait, vindt Fatah-Black opvallend. “Ik vind het interessant om te zien hoe fel erop gereageerd wordt vanuit de politiek. Dat zegt wel iets over het denkproces waarin we zitten met z’n allen.”

En dat vindt hij een goede zaak. “Dit soort thema’s is wat ons bij elkaar houdt. Het voelt niet altijd even fijn, maar we zijn er wel over in gesprek. Al denk ik wel dat de mensen die de term willen handhaven, beter moeten uitleggen wat er zo ‘goud’ is aan deze periode. Dan verbreed je alleen maar de kennis die we erover hebben.”

Nieuwe naam?

Dat Gouden Eeuw niet voor iedereen de juiste term is voor deze periode, begrijpt Fatah-Black. Al vindt hij het alternatief ‘de zeventiende eeuw’ ook niet helemaal de lading dekken. “Dat vind ik te zakelijk. Ik zou het mooi vinden als er iets nieuws voor terugkomt. Dat we het eens worden dat de term ‘goud’ misschien niet zo passend meer is.”

Zijn oplossing? “We kunnen er een prijsvraag voor uitschrijven. Het is toch een bijzondere tijd geweest, dus iets moois dat de lading dekt lijkt me wel een nationaal debat waard.”

Bekijk ook;

Vijf vragen over Gouden Eeuw

Telegraaf 13.09.2019  Het Amsterdam Museum doet de term De Gouden Eeuw in de ban. Het is te weinig inclusief en negeert de schaduwkant van de Gouden Eeuw, zoals oorlog, armoede en mensenhandel.

Historicus Piet Emmer, gespecialiseerd in de koloniale tijd, beantwoordt vijf vragen over deze bloeiperiode uit de Nederlandse geschiedenis.

Dat gaat over de zeventiende eeuw. We werden de vrachtvaarders van Europa en verdienden relatief veel geld aan de handel. Vanwege de rijkdom was er onder de gegoede burgerij een grote vraag naar niet-religieuze kunst. Daardoor ontstond er een geweldige explosie van schilderkunst en kunstnijverheid. Het beeld dat de Gouden Eeuw uitsluitend dreef op slavenhandel en uitbuiting van koloniën is onjuist.

Hoe kon de Gouden Eeuw in Nederland ontstaan?

Door het ontbreken van verstikkende machtsfactoren, zoals een adel, een dominante staatskerk of een oorlogszuchtig koningshuis. Daardoor kwam de economie, de wetenschap en kunst in tegenstelling tot omringende landen tot bloei. Overal in Europa liet men de boeken drukken in Amsterdam. Vanwege het ontbreken van censuur. Onze universiteiten trokken veel buitenlandse studenten.

Kennen andere landen ook een Gouden Eeuw?

Spanje had een vergelijkbare bloeiperiode tussen 1550 en 1650. Ook in Spanje ging het toen om de bloei van de kunsten en de architectuur.

Wie profiteerde van de Gouden Eeuw?

Vooral grote families in de grote steden hebben geprofiteerd. Maar uiteindelijk heeft iedereen meegedeeld. De rijkdom werd ook in weeshuizen of voorzieningen voor stedelijke armen- en ouderenzorg gestopt.

Wat heeft het Nederland blijvend opgeleverd?

Volle musea. Overal ter wereld kom je in exposities wel Nederlandse schilders tegen. En dat onze politiek weinig machtselementen kent. Het heeft onze cultuur getekend. Een land dat heel erg gericht is op de handel en dienstverlening.

Rutte: onzin om Gouden Eeuw niet meer zo te noemen

Elsevier 13.09.2019 De Gouden Eeuw moet zo blijven heten en verder moet Nederland zorgen voor een nieuwe gouden eeuw. Zo reageerde premier Mark Rutte (VVD) na de ministerraad op de losgebarsten discussie over de Gouden Eeuw.

Het Amsterdam Museum besloot om de zeventiende eeuw niet meer zo te noemen omdat de term negatieve kanten als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel negeert.

Rutte noemde het in zijn wekelijkse persconferentie onzin. ‘Hier kan ik niks mee.’ Hij zei trots te zijn op deze eeuw.

Hij wees erop dat in de Gouden Eeuw ook de vrijheid van meningsuiting ontstond. ‘In combinatie met commerciële vooruitgang ja. Daar mogen we trots op zijn.’

Rutte blijft zeventiende eeuw ‘Gouden Eeuw’ noemen

NU 13.09.2019 Premier Mark Rutte vindt het “onzin” dat het Amsterdam Museum heeft besloten om de term ‘Gouden Eeuw’ niet langer te gebruiken om de zeventiende eeuw aan te duiden. Volgens het museum dekt het begrip niet de lading van de tijd, maar volgens Rutte is de Gouden Eeuw een “prachtige benoeming” voor een eeuw waar hij “terecht trots” op is.

“Ik blijf het de Gouden Eeuw noemen”, zei hij vrijdag na afloop van de ministerraad.

Het Amsterdam Museum kondigde donderdag aan de de titel van de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw te veranderen naar Groepsportretten van de zeventiende eeuw.

Op de website van het museum legt directeur Judikje Kiers uit dat het Amsterdam Museum met de wijziging van het termgebruik “ruimte wil geven aan mensen en verhalen die nog of onvoldoende gehoord worden”.

“Het museum wil een plek zijn die voor iedereen relevant is en waar alle mensen zich welkom voelen”, aldus het Amsterdam Museum.

Rutte: ‘Onzin, ik blijf zeventiende eeuw Gouden Eeuw noemen’

‘Armoede, oorlog, dwang en mensenhandel’

Kiers schrijft in een opiniestuk in de Volkskrant dat de Gouden Eeuw in de westerse geschiedschrijving een belangrijke plek inneemt die gekoppeld is aan nationale trots, maar de lading van de historische werkelijkheid niet dekt. “Denk aan armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel in een context waarin Amsterdam regeerde over verschillende bezette gebieden overzee”, aldus Kiers.

“Immers, wie bepaalt dat je een eeuw ‘goud’ noemt als velen van onze voorouders niet meedeelden in dat goud en de voorspoed of slachtoffer waren van de honger naar macht en rijkdom, in de vorm van uitbuiting, moord en slavernij?”, aldus de museumdirecteur.

Premier Rutte zegt vrijdag het prima te vinden dat beide kanten van de geschiedenis ruimte krijgen. “Ja, er zijn ook aspecten waarvan we nu zeggen: ‘Ai’, maar waarom moeten we het etiket eraf trekken?”, vraagt de premier zich af. “Laten we onze energie liever steken in een nieuwe Gouden Eeuw.”

Lees meer over: Politiek

Rutte over weghalen Gouden Eeuw: ’Wat een onzin!’

Telegraaf 13.09.2019 Het plan van Museum Amsterdam om de term ’Gouden Eeuw’ voortaan in de ban te doen valt in slechte aarde bij premier Rutte. „Wat een onzin”, reageert hij tijdens zijn wekelijke persconferentie na afloop van de ministerraad. „Daar kan ik helemaal niks mee.”

Rutte is van huis uit historicus. Dat komt hem nu goed van pas. „Het gewest Holland was in de Gouden Eeuw net zo machtig als de VS nu. Daar mogen we razend trots op zijn.”

Bij minister Bijleveld (Defensie) hangt een schilderij van Gouden Eeuw-zeeheld Michiel de Ruyter in haar werkkamer. „Ik vind dat je van de geschiedenis moet leren. Ik heb de discussies gevolgd over de Witte de Withstraat in Rotterdam, Michiel de Ruyter en het slavernijverleden. Ik vind dat we niets moeten weghalen. De geschiedenis is de geschiedenis. We moeten leren van periodes die goed waren en niet goed waren.”

Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) heeft eveneens weinig op met het schrappen van de uitdrukking. „Ik blijf het gewoon gebruiken, hoor. De Gouden Eeuw is een eeuw waarin Nederland als natie echt groot is geworden.”

Rutte: ‘Gouden Eeuw juist prachtige term, wat een onzin, pff’

AD 13.09.2019 Premier Mark Rutte begrijpt niet waarom het Amsterdam Museum heeft besloten ‘Gouden Eeuw’ te schrappen uit de naam van een tentoonstelling. Volgens hem moeten we ‘razend trots’ zijn op deze periode uit de vaderlandse geschiedenis.

,,Wat een onzin, pff”, reageerde Rutte in zijn wekelijkse persconferentie op de vraag hoe kijk keek naar het omstreden besluit van het Amsterdam Museum om de term te schrappen. ,,Ik heb er helemaal niks mee. Het is een prachtige term.”

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Nieuwe gouden eeuw

Volgens Rutte betekent het niet dat er ook gesproken kan worden over wat er in die eeuw niet goed ging. ,,Maar we moeten niet zeggen: we hebben al die honderden jaren de verkeerde term gebruikt.” Volgens de premier is het vooral belangrijk om te streven naar een nieuwe gouden eeuw.

Rutte, historicus, zei dat de Staten van Holland in de 17de eeuw ‘net zo belangrijk waren als de Verenigde Staten nu’. ,,En daar mogen we razend trots op zijn. Nu zijn er ook aspecten aan die periode waarvan we nu zeggen ‘ai’, maar ik begrijp werkelijk niet waarom we dat etiket eraf moeten halen.”

’Waar eindigt dit? Straks moet zelfs Nachtwacht aangepast’

Telegraaf 13.09.2019 Na Zwarte Piet, de VOC, ’besmette’ straatnamen van zeehelden, moet nu ook de term Gouden Eeuw eraan geloven. Te weinig inclusief, vindt het Amsterdam Museum. ’Waar eindigt dit?’

Door de term bij het grof vuil te zetten wil het museum ’andere perspectieven’ op de Gouden Eeuw mogelijk maken. Oorlog, armoede, dwangarbeid en mensenhandel worden nu te veel genegeerd, vindt het museum. De dumpactie past in het streven om het uitstalgebouw ’meerstemmig en inclusief te maken’.

Wat moeten we met die (niet voor iedereen zo) Gouden Eeuw?

AD 13.09.2019 Dat de Gouden Eeuw niet voor iedereen een feest van voorspoed en vrijheid was, daar zijn historici het over eens. Maar om de hele term daarom maar af te schaffen?

Tom van der Molen, conservator en specialist zeventiende eeuw bij het Amsterdam Museum wist wel dat zijn besluit de tongen los zou maken. ,,Ik ben niet naïef. Maar het gaat goed met me, hoor. Discussie is ook heel goed, dat juich ik alleen maar toe.”

Hij en zijn collega’s in het museum dachten lang na voor ze term Gouden Eeuw in de ban deden. ,,Waarom zit die ons nou in de weg?’, vroegen we ons steeds vaker af.

Lees ook;

Amsterdam Museum doet term ‘Gouden Eeuw’ in de ban

Lees meer

Rijksmuseum: niks mis met term Gouden Eeuw

Amsterdam Museum doet term ‘Gouden Eeuw’ in de ban

Lees meer

Van der Molen vond een antwoord. De Gouden Eeuw is een soort jubelterm, concludeerde hij, die automatisch de schijnwerpers zet op begrippen als macht, rijkdom, grachtenpanden, schilderkunst, zeehelden. ,,En niet op oorlog, slavernij, armoede. Alsof dat destijds uitzonderingen waren. Dat is niet waar. Maar je botst steeds tegen die term op.” En dus maakte het museum donderdag bekend ‘Gouden Eeuw’ in de ban te doen, om het te vervangen door het neutrale ‘zeventiende eeuw’.

Venlo

Zoals dat tegenwoordig gaat: Twitter ontplofte, en politici roeren zich. ‘Gouden Eeuw. Love it’, twitterde Thierry Baudet (FVD), die zijn partijbijeenkomsten graag aankleedt met enorme projecties van ‘het Holland van toen’. Premier Mark Rutte vindt het taboe op de ‘prachtige’ term ‘onzin’.

Geert Wilders (PVV) liet weten ‘beretrots’ te zijn op de Gouden Eeuw. Voor een geboren en getogen Venlonaar komt dat wat komisch over: de thuisstad van Wilders was in de zeventiende eeuw een speelbal tussen de Spanjaarden en Hollanders. Pestepidemieën decimeerden de bevolking, meldt het gemeentearchief van Venlo, economisch verging het de stad zeer moeizaam.

Kolonies

,,Eigenlijk waren provincies als Brabant en Limburg in die tijd binnenlandse kolonies van de door Holland gedomineerde Republiek”, stelt de Brabantse historicus Gerard Rooijakkers, die veel weet over het leven in de Gouden Eeuw búiten de machtige steden in het westen. ,,Deze gebieden hadden geen stem in het landsbestuur. Katholieken mochten er geen openbare functies vervullen.”

Model van De Zeven Provinciën, het vlaggenschip van Michiel de Ruyter.

Model van De Zeven Provinciën, het vlaggenschip van Michiel de Ruyter. © collectie muZEEum

En het was er arm, zoals overigens ook veel mensen in bruisende steden als Amsterdam en Leiden bepaald niet in weelde leefden. ,,Op veel plekken was het een beetje Bangladesh-achtig”, zegt historicus Han van der Horst. ,,De rijkdom was totaal niet eerlijk verdeeld. Sociale rechtvaardigheid, dat leefde niet.”

En dan de slavernij: ,,We vervoerden letterlijk duizenden en duizenden Afrikanen naar onze suiker- en katoenplantages in Suriname en de Caraïben”, brengt museumconservator Van der Molen nog maar in een keer in herinnering. ,,Johan Maurits, naar wie het Mauritshuis in Den Haag is vernoemd, had daar een grote rol in.”

‘Juist moeilijker’

Het is allemaal weinig fraai. De vraag is: betekent het dat de term Gouden Eeuw daarom geloosd moet worden? ,,Je maakt het juist moeilijker”, vindt Van der Horst. ,,Tegenover witte kanten staat altijd zwart. Dat kun je makkelijker uitleggen als je de term Gouden Eeuw blijft gebruiken.”

Zijn collega Gerard Rooijakkers is het met hem eens. Hij vindt het besluit van het museum ‘politiek correct’, maar niet logisch. ,,In de Gouden Eeuw wás Nederland een wereldmacht, we hebben er de grachtengordel aan te danken. Het is veel mooier om vanuit dat goud de schaduwkanten te kunnen belichten.”

Migratieachtergrond

In Amsterdam blijft Van der Molen achter het besluit staan. ,,Ik verbied niemand om de term Gouden Eeuw te gebruiken. Maar wij doen het niet meer. De helft van de Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. Er komen hier mensen binnen voor wie de term Gouden Eeuw een pijnlijke is, omdat hun voorouders slachtoffer waren van slavernij. Ik wil dat we met een neutrale, open blik naar de zeventiende eeuw kijken. En dat kan beter zonder de term Gouden Eeuw.”

De benaming Gouden Eeuw is overigens pas in de negentiende eeuw bedacht. En het is ook zomaar een naam, en niet eens een hele beste, schreef de in de eerste helft van de vorige eeuw vooraanstaande historicus Johan Huizinga eens. Want waarom goud? ‘Als ons bloeitijdperk een naam moet hebben, laat het dan zijn naar hout en staal, pik en teer, verf en inkt, durf en vroomheid, geest en fantasie.’

Schuttersstukken en groepsportretten uit de 17e eeuw van het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum ANP

Kritiek op ban Gouden Eeuw, Rijksmuseum handhaaft de term

NOS 13.09.2019 Van “geschiedvervalsing” en “zelfhaat” tot “een goed idee”. Het plan van het Amsterdam Museum om de term ‘Gouden Eeuw’ in de ban te doen, roept veel reacties op. Volgens het museum negeert de bijnaam van de 17e eeuw de negatieve kanten van die eeuw, zoals armoede, oorlog en slavernij.

“We realiseerden ons dat we met de term ’17e eeuw’ beter uit de voeten kunnen”, zei museumdirecteur Judikje Kiers vanmorgen in het NOS Radio 1 Journaal. “Daarmee krijgen we ruimte om het beeld van die periode opnieuw in te kleuren.”

‘Heel erg moe’

Maar lang niet iedereen kan zich vinden in die redenering. Premier Rutte verzuchtte in zijn wekelijkse persconferentie: “Wat een onzin is dit. Hier kan ik niks mee”. Hij vindt de ‘Gouden Eeuw’ een prachtige term voor een tijd waar we “terecht trots” op mogen zijn. “Het Gewest Holland was toen net zo machtig als de Verenigde Staten nu. Dit was de plek van de grote zeevarenden, van de grote uitvinders en van de grote kunstenaars. En ja, er zaten aspecten aan waarvan we nu zeggen: ai. Maar die kun je ook gewoon benoemen.”

Minister Van Engelshoven (D66) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weet ook niet of het verstandig is om de term Gouden Eeuw te schrappen. “Voor mij is het én de 17e eeuw én de Gouden Eeuw. Zo noemen we het nu eenmaal. Het wás ook een gouden eeuw voor de handel en de kunst.”

Wel vindt de minister dat alle kanten van de 17e eeuw moeten worden belicht. “Maar de naamgeving in musea is echt een keuze van het museum zelf. Dat moet een eigen afweging maken.”

Minister Slob wordt “heel erg moe” van de vraag welke term we moeten gebruiken:

Video afspelen

Minister Slob over Gouden Eeuw: ‘Daar gaan we weer’

VVD-Kamerlid El Yassini viel naar eigen zeggen van zijn stoel toen hij het nieuws over de Gouden Eeuw vernam. “Eerst moesten de straatnaambordjes weg, toen de standbeelden en nu de hele Gouden Eeuw”, zei hij in het NOS Radio 1 Journaal. “Ik heb liever dat het Amsterdam Museum uitlegt wat de Gouden Eeuw ons land heeft gebracht én wat de negatieve kanten ervan zijn. Dat is ook de taak van een museum.”

Volgens El Yassini is voor de uitvoering van die taak geen naamswijziging nodig. “We moeten niet plotseling een Gouden Eeuw-gêne krijgen. Straks kennen we onze eigen geschiedenis niet meer.”

Reacties op het NOS-Facebookbericht over de Gouden Eeuw NOS

Directeur Kiers van het Amsterdam Museum erkent dat de term Gouden Eeuw in bepaalde contexten nog prima te gebruiken is, maar dat het woord ‘goud’ niet de lading dekt van alle verhalen uit die eeuw. “Natuurlijk wás de 17e eeuw de Gouden Eeuw van de schilderkunst, we hebben ongelooflijke welvaart gekend in die periode en we hadden relatieve religieuze tolerantie die veel heeft betekend voor Amsterdam.”

Maar, zegt Kiers: “Ik vind het ook belangrijk om ruimte te geven aan andere verhalen.” Volgens de museumdirecteur stelde een deel van de bezoekers daar weleens vragen over. “Was Amsterdam in de 17e eeuw alleen opgebouwd uit rijke mensen? En woonden er niet ook mensen van kleur? We proberen daar nu invulling aan te geven en daar past de term 17e eeuw beter bij.”

Rijksmuseum houdt vast aan term

Het Amsterdamse Rijksmuseum, waar ook veel zalen aan de 17e eeuw zijn gewijd, laat weten dat het de term Gouden Eeuw zal handhaven.

“De naam slaat op een periode in de geschiedenis van grote welvaart”, zegt directeur Taco Dibbits tegen de NOS. “Dat neemt niet weg dat wij de schaduwzijde hiervan erkennen. Het Rijksmuseum benadert de geschiedenis vanuit verschillende perspectieven. Zo openen we volgend jaar een tentoonstelling over slavernij.”

Jurjen Hoekstra @jurjenhoekstra

De grote Nederlandse denker Lange Frans had in 2005 al scherpe kritiek op de term “Gouden Eeuw”.

Jazie Veldhuyzen @JazieAnthony

Goed nieuws van het @AmsterdamMuseum. Ze zijn goed bezig daar. Kijken de andere musea mee?! https://t.co/dFjONcQYfO

Eerder dit jaar was er ook al aandacht voor de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis. Toen maakte minister Van Engelshoven bekend dat ze de Canon van Nederland laat aanpassen, het overzicht van de nationale geschiedenis.

De Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy gaat de evaluatie van de canon leiden. Naar verwachting is de nieuwe versie in het voorjaar van 2020 klaar.

Bekijk ook;

Musea blijven Gouden Eeuw gebruiken: ‘Geschiedenis nooit vanuit één dominante groep belichten’

OmroepWest 13.09.2019 Musea in de regio lijken hun ‘Gouden Eeuw’ exposities niet aan te passen. ‘Ik vind het een goede discussie, maar om de term ‘Gouden Eeuw’ nu besmet te verklaren vind ik overpolitiek correct’, zegt waarnemend directeur Tjeerd Vrij van het Haags Historisch Museum.

De discussie werd donderdag aangezwengeld door het Amsterdam Museum dat de term ‘Gouden Eeuw’ heeft geschrapt. Reden is dat die periode slechts goud was voor een klein deel van de samenleving. In de 17e eeuw was er niet enkel weelde, vrijheid en rijkdom. Oorlog, armoede, dwangarbeid en mensenhandel waren ook aan orde van de dag. Geen Gouden Eeuw meer dus voor dat museum.

Museum De Lakenhal in Leiden gebruikt de term Gouden Eeuw alleen bij kunstexposities. De term komt volgens het museum uit een boek van Conrad Busken Huet en gaat vooral over de belangrijke periode in de Nederlandse schilderkunst. De term wordt niet gebruikt voor de 17e eeuw als geheel. Dat is een bewuste keuze, juist omdat er maatschappelijk veel mis was. Dat is bijvoorbeeld te zien als het museum de Leidse textielgeschiedenis belicht.

Nooit één dominante groep

In het Haags Historisch Museum is nu de expositie ‘Glans, glorie en misère De Gouden Eeuw in Den Haag’ te bezoeken. De titel wordt niet aangepast. ‘Het gaat erom dat je geschiedenis nooit vanuit één dominante groep moet belichten’, zegt de waarnemend directeur.

Hij noemt zijn museum een voorloper op de discussie over ‘inclusiviteit’ die nu gevoerd wordt. ‘Denk aan onze expositie over de Afrikaanse bedienden van het hof. Niemand keek ooit naar deze mensen, wij hebben ze een podium gegeven. We hebben zelfs nazaten opgespoord.’ Dat is de taak van een museum, zegt hij.

Kunstwerk met contrasten

Delft staat een jaar lang in het teken van De Gouden Eeuw. In het kader daarvan zijn er allerlei activiteiten. De organisatie gaat ook hier de naam niet aanpassen. ‘Toen we met de voorbereidingen begonnen hebben tegen iedereen gezegd: ‘Het was niet alleen maar goud, hou daar rekening mee’. En dat hebben ze zeker gedaan’, zegt een woordvoerder.

Als voorbeeld noemt ze een groot kunstwerk van de Haagse kunstenares Nynke Koster. Zij werkt aan een kunstwerk waarin de contrasten uit de 17e eeuw naar voren komen. Een groep kinderen werkte eerder dit jaar aan een theatervoorstelling over de Gouden Eeuw met de titel ‘Gouden Handjes, Zwarte Handjes’. Ze bestudeerden rijkdom en slavenhandel, en vroegen zich ook af hoe het nu gesteld is met slavernij. De benaming van het jaar wordt dan ook niet aangepast.

Meer over dit onderwerp: GOUDEN EEUW MUSEA GESCHIEDENIS

Amsterdams museum doet ’Gouden Eeuw’ in de ban

Telegraaf 13.09.2019 Het Amsterdam Museum gebruikt de term Gouden Eeuw niet meer omdat die de lading niet zou dekken. De komende tijd verandert het museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. ’Hollanders van de Gouden Eeuw’ mag niet meer. In plaats daarvan wordt de naam van de tentoonstelling ’Groepsportretten van de zeventiende eeuw’.

Volgens Tom van der Molen, conservator van het museum, is de term Gouden Eeuw gekoppeld aan nationale trots en worden „de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel” genegeerd. In een verklaring stelt het museum afstand te doen van de term ‘Gouden Eeuw’ „om andere perspectieven op die tijd mogelijk te maken.”

’Geschiedenis herschrijven’

Kamerleden reageren geprikkeld. VVD-Kamerlid El Yassini stelt dat het Amsterdam Museum in zijn poging tot inclusiviteit compleet ’de weg is kwijt geraakt’. „Eerst moesten de straatnaambordjes weg, toen de standbeelden en nu de hele Gouden Eeuw? Het is nogal laf om onze geschiedenis te willen herschrijven.”

Ook CDA’er Rog walgt ervan. „Deze naamswijziging is een hypercorrect idee van de Amsterdamse elite en eigenlijk te belachelijk voor woorden. Het verleden uitgummen is onzin. Leg gewoon uit dat de Gouden Eeuw ook negatieve kanten had. Daar is niets mis mee. Net als een beetje nationale trots. Ook niets mis mee.”

Het voornemen van het museum stuit ook op sociale media op verzet. Zo stellen verschillende twitteraars dat een naamswijziging de geschiedenis geen haar verandert.

Forum

Op 29 september 2019 is er een symposium over welke verhalen er over de zeventiende eeuw – de tijd dat Nederland economisch en militair een wereldmacht was en internationaal meetelde in de handel – zouden moeten worden verteld, door wie en hoe.

Schutterstukken van het Amsterdam Museum gaan door het dak van de Hermitage tijdens de verhuizing van een aantal groepsportretten uit de zeventiende eeuw voor de tentoonstelling ‘Hollanders van de Gouden Eeuw’. © Amsterdam Museum

Amsterdam Museum doet term ‘Gouden Eeuw’ in de ban

AD 13.09.2019 Het Amsterdam Museum gebruikt de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer omdat die de lading niet dekt. De komende tijd gaat het museum de aanduiding verwijderen van alle uitingen en op alle locaties waar de collectie wordt getoond.

Zo verandert het Amsterdam Museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. Hollanders van de Gouden Eeuw wordt dan Groepsportretten van de zeventiende eeuw.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Volgens Tom van der Molen, conservator van het museum, is de term ‘Gouden Eeuw gekoppeld aan nationale trots en worden ,,de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel’’ genegeerd.

Het Amsterdam Museum geeft aan dat het een plek wil zijn die voor iedereen relevant is en waar alle mensen zich welkom voelen. ,,Daarom geeft het Amsterdam Museum ruimte aan mensen en verhalen die nog niet of onvoldoende gehoord worden.’’

Andere kanten

Minister Ingrid van Engelshoven vindt het goed om alle kanten van de Nederlandse geschiedenis te belichten, maar de geschiedenis kan niet worden herschreven. De minister lijkt weinig te voelen voor het veranderen van de naam, maar onthoudt zich van een ferm oordeel. ,,Ik vind niet dat de minister van Cultuur zich moet bemoeien met hoe een museum iets benoemt”, aldus Van Engelshoven. Ze vindt het wel goed dat ook de “andere kanten van de Gouden Eeuw” worden beschreven.

Op 29 september is er een symposium over welke verhalen er over de zeventiende eeuw – de tijd dat Nederland economisch en militair een wereldmacht was en internationaal meetelde in de handel – zouden moeten worden verteld, door wie en hoe.

Amsterdam Museum doet term ‘Gouden Eeuw’ in de ban

NU 13.09.2019 Het Amsterdam Museum gebruikt de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer omdat die de lading niet dekt. De komende tijd verandert het museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. Hollanders van de Gouden Eeuw wordt dan Groepsportretten van de zeventiende eeuw.

Volgens Tom van der Molen, conservator van het museum, is de term Gouden Eeuw gekoppeld aan nationale trots en worden “de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel” genegeerd.

Het Amsterdam Museum zegt dat het een plek wil zijn die voor iedereen relevant is en waar alle mensen zich welkom voelen. “Daarom geeft het Amsterdam Museum ruimte aan mensen en verhalen die nog niet of onvoldoende gehoord worden.”

Op 29 september is er een symposium over welke verhalen er over de zeventiende eeuw – de tijd dat Nederland economisch en militair een wereldmacht was en internationaal meetelde in de handel – zouden moeten worden verteld, door wie en hoe.

Lees meer over: Amsterdam  Media  Amsterdam Museum

Amsterdam Museum doet ‘Gouden Eeuw’ in de ban

RTL 12.09.2019 Het Amsterdam Museum gebruikt de term Gouden Eeuw niet meer. Volgens conservator Tom van der Molen worden door het gebruik van de term ‘de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel’ genegeerd.

De komende tijd verandert het museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. Hollanders van de Gouden Eeuw wordt dan Groepsportretten van de zeventiende eeuw.

Lees ook:

Nederland worstelt met zijn koloniale verleden

“De term ‘Gouden Eeuw’ is sterk gekoppeld aan nationale trots, maar dat dekt de lading van de historische werkelijkheid in deze periode niet”, schrijft het museum op de website.

Het Amsterdam Museum geeft aan dat het een plek wil zijn die voor iedereen relevant is en waar alle mensen zich welkom voelen. “Dat is een proces waar het museum samen met mensen uit de stad al jaren mee bezig is. Het Amsterdam Museum geeft ruimte aan mensen en verhalen die nog niet of onvoldoende gehoord worden.”

Geschiedenis heroverwogen

Nederland worstelt vaker met zijn koloniale verleden. Zo werd vorig jaar een borstbeeld van Johan Maurits van Nassau weggehaald uit het Mauritshuis in Den Haag en veranderde de Amsterdamse J.P. Coenschool zijn naam. Steeds vaker wordt de geschiedenis heroverwogen, zei historicus Dienke Hondius van de Vrije Universiteit toen tegen RTL Nieuws.

Lees ook:

Geen Amerikaanse toestanden in Nederland, wel omstreden standbeelden

RTL Nieuws; Slavernij

Amsterdams museum doet ’Gouden Eeuw’ in de ban

Telegraaf 12.09.2019 Het Amsterdam Museum gebruikt de term Gouden Eeuw niet meer omdat die de lading niet zou dekken. De komende tijd verandert het museum bijvoorbeeld de titel van de permanente tentoonstelling die het verzorgt in de Hermitage. ’Hollanders van de Gouden Eeuw’ mag niet meer. In plaats daarvan wordt de naam van de tentoonstelling ’Groepsportretten van de zeventiende eeuw’.

Volgens Tom van der Molen, conservator van het museum, is de term Gouden Eeuw gekoppeld aan nationale trots en worden „de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel” genegeerd. In een verklaring stelt het museum afstand te doen van de term ‘Gouden Eeuw’ „om andere perspectieven op die tijd mogelijk te maken.”

Het Amsterdam Museum wil niemand voor het hoofd stoten. „Daarom geeft het Amsterdam Museum ruimte aan mensen en verhalen die nog niet of onvoldoende gehoord worden.”

’Geschiedenis herschrijven’

Kamerleden reageren geprikkeld. VVD-Kamerlid El Yassini stelt dat het Amsterdam Museum in zijn poging tot inclusiviteit compleet ’de weg is kwijt geraakt’. „Eerst moesten de straatnaambordjes weg, toen de standbeelden en nu de hele Gouden Eeuw? Het is nogal laf om onze geschiedenis te willen herschrijven.”

Ook CDA’er Rog walgt ervan. „Deze naamswijziging is een hypercorrect idee van de Amsterdamse elite en eigenlijk te belachelijk voor woorden. Het verleden uitgummen is onzin. Leg gewoon uit dat de Gouden Eeuw ook negatieve kanten had. Daar is niets mis mee. Net als een beetje nationale trots. Ook niets mis mee.”

 Josephien Sierag @josephiensierag

#GoudenEeuw mag geen
Gouden Eeuw meer heten #dwdd Door dat deel
van onze geschiedenis anders te noemen verander je niet de geschiedenis zelf.
Laten we gewoon aanvaarden dat er minder mooie periodes zijn en benoem wat er
toen gebeurd is op een eerlijke manier. 7:38 PM – Sep 12, 2019 · Amstelveen, Nederland

See Josephien Sierag ’s other Tweets 

 M.Dentz @marijkedentz

Verdorie, weet ik wat de Gouden Eeuw is, gaan we er weer een andere naam aan geven? Doen ze dat in buitenlanden ook met hun geschiedenis? #dtv #dwdd See M.Dentz’s other Tweets

Het voornemen van het museum stuit ook op sociale media op verzet. Zo stellen verschillende twitteraars dat een naamswijziging de geschiedenis geen haar verandert.

Forum

Op 29 september 2019 is er een symposium over welke verhalen er over de zeventiende eeuw – de tijd dat Nederland economisch en militair een wereldmacht was en internationaal meetelde in de handel – zouden moeten worden verteld, door wie en hoe.

Amsterdam Museum neemt afscheid van ‘Gouden Eeuw’

NOS 12.09.2019 Het Amsterdam Museum doet met onmiddellijke ingang de term ‘Gouden Eeuw’ in de ban. Het museum ziet de stap als een mogelijkheid om “inclusiviteit en andere perspectieven op die tijd mogelijk te maken”, meldt het op zijn website.

De zeventiende eeuw kreeg de bijnaam ‘Gouden Eeuw’ omdat Nederland in deze eeuw een economische en militaire wereldmacht was, zegt conservator Tom van der Molen. “De term negeert negatieve kanten als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel.”

Van der Molen bestrijdt niet dat kunst en met name de schilderkunst in deze periode bloeide, maar dat is voor hem geen reden om de zeventiende eeuw Gouden Eeuw te noemen.

Andere verhalen

De term zou er ook toe bijdragen dat deze eeuw vanuit het perspectief van de toenmalige machthebbers wordt gezien. Door hem niet meer te gebruiken, hoopt het museum ruimte te bieden aan mensen en verhalen “die nog niet gehoord worden”.

De permanente tentoonstelling “Hollanders van de Gouden Eeuw” in Amsterdam-vleugel in de Hermitage heet vanaf vandaag “Groepsportretten van de 17e eeuw”.

Haags pamflet Kunst en Cultuur in de stad april 5, 2018

Posted by jandewandelaar in Uncategorized.
Tags: , , , , , , , , , , ,
add a comment

Acht instellingen willen stad meer laten profiteren van kunst en cultuur

Den HaagFM 04.04.2018 Acht culturele instellingen hebben een pamflet opgesteld om Den Haag meer te laten profiteren van de kunst en cultuur in de stad. De deelnemende partijen zijn het Paard, Gemeentemuseum, Nederlands Danstheater, Het Nationale Theater, Filmhuis, Zuiderstrandtheater, Residentieorkest en Mauritshuis.

De instellingen komen met zes concrete voorstellen, onder andere over de herinrichting van het Energiekwartier. Ook voor de ontwikkeling van De Binckhorst en de voormalige Amerikaanse ambassade zijn plannen opgesteld. Het onderscheid tussen de organisatie Den Haag Marketing en de afdeling citymarketing van de gemeente is volgens de partijen moeilijk te begrijpen. Het bundelen van de krachten van beiden in de samenwerking met cultuur vinden ze effectiever en efficiënter.

Het is niet toevallig dat deze plannen worden gepresenteerd kort na de gemeenteraadsverkiezingen. De cultuursector hoopt zo invloed uit te oefenen op de besprekingen over een nieuw stadsbestuur.  …lees meer

LEES OOK: Oproep kunstinstellingen aan nieuw te vormen stadsbestuur: “Stop cultuur niet in een hokje”

Gerelateerd;

Oproep kunstinstellingen aan nieuw te vormen stadsbestuur: “Stop cultuur niet in een hokje” 25 maart 2018

VERKIEZINGEN 2010: Stadspartij plaatst ooievaar 2 maart 2010

Spannende dag voor culturele instellingen 25 april 2012

Schilderij van Jan Steen ontdekt in Belgisch depot februari 10, 2018

Posted by jandewandelaar in De Bespotting van Simson , jan steen.
Tags: , ,
add a comment

AD 10.02.2018

‘De bespotting van Simson’ van Jan Steen  ontdekt !!

Een schilderij dat jarenlang werd gezien als een kopie, blijkt een werk te zijn van Jan Steen (1626-1679). Specialisten van het Mauritshuis in Den Haag hebben onlangs ontdekt dat ‘De bespotting van Simson’, dat in een museum in Antwerpen staat, echt is.

 

‘Kopie’ blijkt tóch een origineel kunstwerk van Jan Steen

AD 09.02.2018 Een schilderij waarvan gedacht werd dat het een achttiende-eeuwse kopie was, blijkt een origineel werk van Jan Steen te zijn. Specialisten van het museum het Mauritshuis in Den Haag kwamen tot deze ontdekking.

Het schilderij waar het om gaat is De bespotting van Simson. Het Mauritshuis krijgt dit werk in bruikleen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen voor de tentoonstelling Jan Steen vertelt. Deze tentoonstelling is vanaf 15 februari te zien.

Conservator Ariane van Suchtelen selecteerde de werken voor de tentoonstelling en zij kreeg het vermoeden dat De bespotting van Simson geen kopie was, maar een origineel werk van Jan Steen. ,,Na verdere bestudering, restauratie en technisch onderzoek komen we tot de conclusie dat dit schilderij niet alleen geschilderd is door de meester zelf,  maar dat het in bijzonder goede staat bewaard is gebleven”, laat directeur van het Mauritshuis Emilie Gordenker aan het ANP weten. Het is volgens haar alsof het werk rechtstreeks uit het atelier van Jan Steen komt. ,,Heel spannend.”

Volgens het Mauritshuis passen de schilderstijl, techniek en voorstelling van het schilderij probleemloos in het oeuvre van Jan Steen. Restauratoren van het museum in Den Haag hebben het werk gerestaureerd.

Schilderij van Jan Steen ontdekt in Belgisch depot

NOS 09.02.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft een schilderij van Jan Steen teruggevonden. De Bespotting van Simson werd jarenlang aangezien voor een achttiende-eeuwse kopie, maar het blijkt wel degelijk om een werk van de meester zelf te gaan.

Curator Ariane van Suchtelen vond het doek in het depot van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen toen ze schilderijen verzamelde voor de tentoonstelling Jan Steen vertelt, die komende donderdag opent in het Mauritshuis. Het werk was gesigneerd, maar tot nu toe ging men ervan uit dat de handtekening vals was.

“Toen ik het zag, vroeg ik me meteen af of het wel een kopie was”, vertelt Van Suchtelen. “Je kunt zien dat het een Jan Steen moet zijn: de manier van schilderen, het type voorstelling, de kwaliteit van de gezichten, alles wijst op hem.”

Steen moet het werk rond 1670 hebben gemaakt, enkele jaren voor zijn dood. Waarom het al die tijd was toegeschreven aan de Vlaamse schilder Ignatius de Roore, is speculeren voor Van Suchtelen. “Het museum heeft veel schilderijen. Dan is het lang niet altijd mogelijk alles even goed te onderzoeken. Dan kan zoiets ineens boven water komen.”

Restaurator Sabrina Meloni onderzoekt De bespotting van Simson  MAURITSHUIS DEN HAAG

Het werk is inmiddels gerestaureerd in Den Haag. “Het zag er vies uit, onder een gele laag vernis. Maar na de restauratie bleek het ongelofelijk goed bewaard. Het verfoppervlak is in heel goede staat gebleven, omdat het zo weinig is aangeraakt. Toch fijn als af en toe iets verwaarloosd wordt”, lacht Van Suchtelen.

Het lijkt alsof het schilderij net uit het atelier van Steen is gekomen, zegt ze. “Het is nooit van verstevigingslinnen voorzien, dat is uitzonderlijk. Het zit nog op zijn oorspronkelijke raam, zelfs de spijkertjes zijn origineel. Dat komt bijna nooit voor.”

Humor van Jan Steen

Op het schilderij is de bijbelse held Simson te zien, die net verraden is door Delila. “Zijn haar, waar zijn kracht in zat, is afgeknipt, de krullen liggen nog op de grond. Hij is gevangen door de Filistijnen, een joelende menigte treiteraars staat om hem heen. Vooral Delila tart hem: met één hand duwt ze geldstukken in een pot, met de andere maakt ze een obsceen gebaar, terwijl ze zich door iemand laat betasten. Dat is echt de humor van Jan Steen.”

De vondst past goed in de tentoonstelling van het Mauritshuis, waar een onderbelichte kant van de meester wordt getoond: zijn historiestukken, gebaseerd op verhalen uit de Bijbel of de Griekse mythologie. “Iedereen kent Steen vooral van zijn huishoudens, zijn bordeelscènes, de kwakzalvers. Dit gaat over een heel ander deel van zijn oeuvre.”

De spot, chaos en balorigheid zijn typisch voor Jan Steen, aldus Curator Ariane van Suchtelen.

Van Suchtelen wijst erop dat er veel overeenkomsten zijn met de bekendere werken. De spot, chaos en balorigheid die we kennen van zijn Sint-Nicolaasfeest, geringeloorde vioolspeler of oestereetstertje vertaalt hij moeiteloos naar een klassieke setting. Zo schildert hij bijvoorbeeld met genoegen een slempende Lot, verleid door zijn eigen dochters. Alleen als hij Jezus schildert houdt hij zich eerbiedig in. “Jan Steen zocht altijd naar amusante en spannende verhalen. Niet alleen in zijn eigen omgeving, maar ook in de schriftelijke bronnen. Hij had een goed oog voor humoristische mogelijkheden, emoties die hoog oplopen. Er gebeurt veel op de schilderijen.”

Van Suchtelen hoopt bezoekers ermee te kunnen verrassen “Het is leuk om over een heel bekende schilder een tentoonstelling te kunnen maken en dan toch een ander type schilderij te laten zien dan iedereen verwacht.”

Het oestereetstertje PUBLIEK DOMEIN

Het Sint-Nicolaasfeest  PUBLIEK DOMEIN

Kopie schilderij blijkt toch echte Jan Steen

OmroepWest 09.02.2018 Een schilderij dat jarenlang werd gezien als een kopie, blijkt een werk te zijn van Jan Steen (1626-1679). Specialisten van het Mauritshuis in Den Haag hebben onlangs ontdekt dat ‘De bespotting van Simson’, dat in een museum in Antwerpen staat, echt is.

De conservator van een nieuwe tentoonstelling over Jan Steen had sterk het vermoeden dat het werk geen kopie was, zegt Emilie Gordenker, de directeur van het Mauritshuis. Na betere bestudering, restauratie en technisch onderzoek bleek dat het schilderij echt door Steen is gemaakt.

Volgens de directeur is het werk in heel goede staat. ‘Alsof het schilderij rechtstreeks uit het atelier van Jan Steen komt. Heel spannend.’ Volgens kenners is het heel uitzonderlijk dat een werk door eeuwen heen zo onaangetast is gebleven.

‘Jan Steen vertelt’

Het werk is vanaf 15 februari te zien in het Mauritshuis in de tentoonstelling ‘Jan Steen vertelt’. De tentoonstelling duurt tot 13 mei. Daarna gaat dit specifieke werk van Jan Steen weer terug naar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.

Jan Steen werd in Leiden geboren. Van 1660 tot 1670 woonde hij in Haarlem. In die periode maakte hij zijn meeste werken. Hij werd begraven in Leiden.

Meer over dit onderwerp: JAN STEEN SCHILDERIJ DE BESPOTTING VAN SIMSON MUSEUM

De Haagse beeldenstorm in het Mauritshuis januari 23, 2018

Posted by jandewandelaar in Beeldenstorm.
Tags: ,
4 comments

De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

Telegraaf 20.01.2018

Haagse Beeldenstorm ??

Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd zoals in het nieuws kwam.  Maar het beeld vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zegt directeur Emilie Gordenker.

De buste van kunststof  is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was, zei Gordenker zondag in het tv-programma Buitenhof.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis.

Premier Mark Rutte (VVD), zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. Hij waarschuwde voor een nieuwe Beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

Dinsdag kondigde de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan dat het zijn naam verandert vanwege het koloniale verleden van de naamgever.

Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië. Lees hier waarom hij iemand was om trots op te zijn >

‘Van naamsverandering is absoluut geen sprake’

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. ‘Was Rutte maar even komen kijken, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake,’ zei de directeur.

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders van Johan Maurits hebben wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, maar het is geen eerbetoon, benadrukte ze. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar vereerd als een held, zei Gordenker.

AD 23.01.2018

Reacties

CDA-leider Sybrand Buma vindt de huidige discussie over ‘beladen namen’ uit de Nederlandse geschiedenis belachelijk, en is tegen het wegmoffelen van die namen. ‘Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt,’ zegt hij zaterdag. Buma reageert in een interview met AD op de ophef over het Mauritshuis.

AD 03.04.2019

 

Het Haagse museum haalde eerder de buste van Johan Maurits uit de foyer weg, omdat het op die plek ‘niet in de juiste context kon worden geplaatst’.

Andere namen geven, is ‘complete farce’, vindt Buma

‘Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden,’ hekelt Buma. ‘Alsof je een historie mag en kan uitwissen; vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis.’ Volgens de CDA-leider wordt ‘de discussie over wat het is om een Nederlander te zijn’ meer een ijkpunt voor de komende vier jaar.

Eerder in Elsevier Weekblad

Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Buma vreest voor het lot van andere Nederlandse historische figuren die momenteel onder vuur liggen, zoals de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Indië J.P. Coen. De J.P. Coenschool in Amsterdam kondigde deze week aan ook van naam te willen veranderen, vanwege de beladenheid van de naam. ‘De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen,’ waarschuwt Buma bovendien.

‘Natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!,’ aldus Buma.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ‘Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt’, aldus Rutte in het radioprogramma Met Het Oog op Morgen. ‘Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu’, zegt de premier, die zelf historicus is.

AD 23.01.2018

Eerdere ophef over koloniale namen en beelden

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With bekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoornbekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

‘Foute’ straatnamen moeten blijven, maar politiek is wél voor extra uitlegbordjes schaduwkanten AD 02.02.2018

Anti-slavernij club dreigt Den Haag met dwangsom om ‘koloniale straatnamen’ AD 02.02.2018

Buurt heeft wel vrede met ‘Spoor’  AD 02.02.2018

Brief aan gemeenten: ‘Haal straatnaambordjes Generaal Spoor weg’  OmroepWest 24.01.2018

‘Straatnaam moet wijzigen: Generaal Spoor was moordenaar’ AD 23.01.2018

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook:  Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook:  Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

zie ook: IS versus Beeldenstorm 21e eeuw

zie ook: Het foute standbeeld

zie ook: Ophef “Foute” illustratie op de zijkant van de Gouden Koets

zie ook: 26.01.2015 Aktie Michiel de Ruyter versus Michiel de Rover bij het Schaapvaartmuseum

verder ookRestauratie Haags Beeld Willem van Oranje

zie ook: Heropening Mauritshuis 27 juni 2014

zie: Mauritshuis definitief tijdelijk gesloten

zie ook: Collectie Mauritshuis tijdelijk naar Haags Gemeentemuseum

en ook: Mauritshuis wordt flink uitgebreid

Portret van Johan Maurits door Jan de Baen Omroep West

Mauritshuis duikt in geschiedenis naamgever en begint met tentoonstelling

NOS 03.04.2019 Deugt Johan Maurits van Nassau nu wel of niet? Dat is de vraag die opkwam toen de buste van de naamgever van het Mauritshuis vorig jaar werd verwijderd uit het museum in Den Haag.

Met de nieuwe tentoonstelling Bewogen Beeld – Op zoek naar Johan Maurits wordt vandaag het startschot gegeven voor een uitgebreid historisch onderzoek naar het verleden van de veldmaarschalk.

In de geschiedenisboeken wordt Maurits, die leefde van 1604 tot 1679, meestal opgevoerd als held. Toch is hij niet onomstreden. Dat heeft vooral te maken met zijn verleden als gouverneur in Brazilië.

Slavenhandel

Het Mauritshuis schrijft zelf op zijn site: “Vanuit de kunsthistorische blik van het museum lag de nadruk steevast op zijn betekenis voor kunst, architectuur en wetenschap. Maar Johan Maurits’ levensverhaal is ook verweven met koloniale geschiedenis, in het bijzonder die van de trans-Atlantische slavenhandel.”

Volgens historicus Erik Odegard, die het onderzoek leidt, zal daar de focus vooral op liggen: “Het is nu wel duidelijk dat hij persoonlijk een rol heeft gespeeld in slavenhandel. Alleen weten we nog niet precies hoe groot zijn aandeel was of om hoeveel mensen het gaat? En hoeveel geld verdiende hij er mee?”

Johan Maurits van Nassau-Siegen werd in 1604 in Duitsland geboren. Hij was vorst in het Duitse Nassau, veldmaarschalk in Nederlandse dienst en gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië.

Die kolonie bestond uit een gebied aan de kust. Daar was een winstgevende suikerindustrie die draaiden op de arbeid van tot slaaf gemaakte Afrikanen. Het was de eerste grote plantagekolonie van de Republiek.

Na zijn terugkeer uit Brazilië betrok hij het Mauritshuis – dat toen bekend stond als Suikerpaleis – in Den Haag. Voor de bouw had hij al in 1633 opdracht gegeven. Daar bracht hij zijn natuurhistorische en volkenkundige collectie onder.

Aan de tentoonstelling hebben 46 deskundigen een schriftelijke bijdrage geleverd. Vanuit hun eigen invalshoek schrijven zij hoe ze tegen het verleden en de nalatenschap van Maurits aankijken.

Zo wordt Ashaki Leito (voorvechtster voor de positie van zwarte vrouwen) heel blij van het portret Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt van Rijn: “Als je naar de andere schilderijen kijkt, dan worden zwarten afgebeeld als bediendes of slaven. Maar dit zijn gewoon twee zwarte mannen die er mogen zijn.”

Crimineel, moordenaar, schurk

Maar Leito’s oordeel over Maurits is allesbehalve mild. Ze zegt tegen Omroep West: “Iedereen mag zelf bepalen wat hij van hem vindt. Maar ik vind het een crimineel, een moordenaar, een schurk. Iemand die we niet moeten vereren, maar waarbij we het juiste verhaal moeten vertellen.”

Hoewel slavernij dus onlosmakelijk is verbonden met Nederlands-Brazilië, komt dit nauwelijks tot uiting in de beeldvorming rondom Johan Maurits, schrijft het Mauritshuis.

“De gouverneur van de kolonie wordt van oudsher vooral herdacht om zijn liefde voor kunst, architectuur en wetenschap. En om zijn bestuur waarin een vergaande mate van religieuze vrijheid bestond.”

Op zoek naar het verhaal achter naamgever Mauritshuis

AD 03.04.2019 Johan Maurits houdt de gemoederen aardig bezig. Zelfs premier Rutte mengde zich vorig jaar in de discussie rond de verdwenen buste van hem in het Mauritshuis. Het museum is nu op zoek naar het verhaal achter zijn naamgever.

In het Mauritshuis opent morgen een tentoonstelling over naamgever Johan Maurits. Bewogen beeld heet de expo, die verschillende facetten belicht van de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië. Gelieerd aan deze expo loopt er ook een meerjarig onderzoeksproject, dat een gedetailleerder inzicht moet geven in de bekostiging van de bouw van het Mauritshuis en Johan Maurits’ betrokkenheid bij de slavenhandel.

,,Bij de heropening van het museum in 2014 kregen we al het verzoek meer te vertellen over onze bouwheer en naamgever’’, zegt directeur Emilie Gordenker. Over het onderzoek dat ook na de expositie nog doorloopt zegt hij: ,,De voorbereidingen waren al getroffen, maar de discussie over de buste van vorig jaar heeft het onderzoeksproject versneld.’’

Opschudding

De buste van naamgever Johan Maurits van Nassau-Siegen in het Mauritshuis. © Beko/Wikimedia

Daarmee refereert zij aan begin 2018, toen opschudding ontstond nadat het Mauritshuis ongemerkt een buste van Johan Maurits uit de foyer had gehaald. Opiniemakers en twitteraars verweten het museum dat het een hoofdstuk uit het Nederlandse koloniale verleden onder het tapijt probeerde te schuiven. Zelfs Mark Rutte mengde zich in de discussie. Niet als premier maar als historicus waarschuwde hij voor een nieuwe beeldenstorm.

Voor Bewogen beeld heeft het Mauritshuis 46 schrijvers, opiniemakers en wetenschappers uit binnen- en buitenland – ook criticasters – uitgedaagd hun verhaal te schrijven bij enkele kunstwerken uit de vaste collectie, die relateren aan de Nederlands-Braziliaanse plantagekolonie.

Neem het schilderij Braziliaans landschap met een huis in aanbouw van Frans Post, een van de schilders en wetenschappers die Johan Maurits liet meereizen naar Brazilië.

Aan de hand van iPads kan de bezoeker de verschillende interpretaties van dit werk lezen. ‘De exotische landschappen van Post pasten goed in de zorgvuldig geregisseerde pr-campagne van Johan Maurits om een positief beeld van zijn ‘tolerante’ regime in Brazilië te construeren’, schrijft Michiel van Groesen, hoogleraar zeegeschiedenis aan de Universiteit Leiden.

Daniel de Souza Leão Vieira, Braziliaans hoogleraar antropologie en museologie, is milder: ‘Wat Post ons hier laat zien is een gefantaseerd beeld van het Portugese herstel van de suikerproductie in een naoorlogse periode’.

Rond de expo zijn er activiteiten als debatten, lezingen en bijzondere rondleidingen. Zo doet het Mauritshuis op 1 juli mee aan Keti Koti, de jaarlijkse Surinaamse feestdag waarmee de afschaffing van de slavernij wordt gevierd. Het onderzoek naar de geschiedenis van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits gaat nog jaren duren. ,,Bewogen beeld is geen eindpunt, maar een startpunt’’, aldus Gordenker.

Johan Maurits: ‘Een crimineel, een moordenaar, een schurk’

OmroepWest 02.04.2019 Deugt Johan Maurits nou wel of niet? Dat is de vraag die ongewild opleefde toen de buste van de naamgever van het Mauritshuis vorig jaar werd verwijderd uit het museum in Den Haag. Met de nieuwe tentoonstelling Bewogen Beeld – Op Zoek Naar Johan Maurits wordt donderdag het startschot gegeven voor een uitgebreid historisch onderzoek naar het verleden van de veldmaarschalk.

In de geschiedenisboeken wordt Maurits, die leefde van 1604 tot 1679, meestal opgevoerd als held. Toch is hij niet onomstreden. Dat heeft vooral te maken met zijn verleden als gouverneur in Brazilië.

Volgens historicus Erik Odegard, die het onderzoek naar Maurits leidt, zal daar de focus vooral op liggen: ‘Het is nu wel duidelijk dat hij persoonlijk een rol heeft gespeeld in slavenhandel. Alleen weten we nog niet precies hoe groot zijn aandeel was of om hoeveel mensen het gaat? En hoeveel geld verdiende hij er mee? Dat zijn vragen die we het meest interessant vinden.’

Twee Afrikaanse mannen

Aan de tentoonstelling is door maar liefst 46 deskundigen een schriftelijke bijdrage geleverd. Vanuit hun eigen invalshoek schrijven zij hoe ze tegen het verleden en de nalatenschap van Maurits aankijken. Zo wordt Ashaki Leito heel blij van het portret Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt van Rijn: ‘Als je naar de andere schilderijen kijkt dan worden zwarten afgebeeld als bediendes of slaven. Maar dit zijn gewoon twee zwarte mannen die er mogen zijn.’

Maar Leito’s oordeel over Maurits is allesbehalve mild: ‘Iedereen mag zelf bepalen wat je van hem vindt. Maar ikzelf vind het een crimineel, een moordenaar, een schurk. Iemand die we niet moeten vereren, maar waarbij we het juiste verhaal moeten vertellen.’

Normaal?

Harde woorden, die vragen om tekst en uitleg: ‘Het Mauritshuis is gebouwd dankzij de arbeid van tot slaafgemaakte mensen. Dit huis is gebouwd omdat hij door de West-Indische Compagnie zoveel kon verdienen. Omdat hij is gelinkt aan slavernij en slavenhandel.  Dus hij heeft heel veel bloed aan zijn handen en dat moeten wij niet ontkennen.’

Toch zullen veel mensen zeggen dat het heel normaal was voor die tijd en dus ook in die tijdsgeest past. Maar daar denkt Leito anders over: ‘Voor wie was het normaal? Was het ook normaal voor die tot slaaf gemaakten? Nee! Duidelijk niet! Er was ook veel verzet, maar die verhalen hoor je nog te weinig. Dus  nee, het was niet normaal.’

Meer over dit onderwerp: JOHAN MAURITS MAURITSHUIS SLAVERNIJVERLEDEN ONDERZOEK ASHAKI LEITO ERIK ODEGARD

Mauritshuis komt met expositie over omstreden naamgever

Den HaagFM 10.07.2018 Het Mauritshuis komt volgend jaar met een expositie over Johan Maurits van Nassau-Siegen, de oprichter van het museum. De tentoonstelling geeft een beeld van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands-Brazilië in de zeventiende eeuw, maar vertelt ook over zijn rol in de slavenhandel waar begin dit jaar nogal wat over was te doen.

Eerder dit jaar ontstond er ophef omdat er een buste van Johan Maurits is uit de foyer van het museum was gehaald. Zelfs premier Mark Rutte, zelf historicus, bemoeide zich ermee. Hij vroeg zich zelfs af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. In het programma Buitenhof reageerde directeur Emilie Gordenker dat het beeld niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander beeld.

De expositie, die in april 2019 opent, toont aan de hand van kunstwerken uit de collectie hoe het beeld van Johan Maurits in de loop van de tijd is gevormd en veranderd. Ook de replica de van eerder weggehaalde buste is te zien.

Slavenhandel
Johan Maurits (1604-1679) was acht jaar lang gouverneur van de plantagekolonie Nederlands-Brazilië. Hij stond vooral bekend als de ‘verlichte’ bestuurder die, samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers, een deel van Brazilië in kaart bracht. Volgens het museum is zijn rol in en bijdrage aan de slavenhandel van de West-Indische Compagnie tot nu toe onderbelicht gebleven.…lees meer

Gerelateerd

“Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen” 22 januari 2018

Mauritshuis in Japan best bezochte tentoonstelling 29 maart 2013

Shell steekt geld in het Mauritshuis 22 februari 2012

Mauritshuis komt met expositie over naamgever

OmroepWest 10.07.2018 Het Mauritshuis in Den Haag komt volgend jaar met een expositie over Johan Maurits van Nassau-Siegen, de naamgever van het museum. De tentoonstelling geeft een beeld van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands-Brazilië in de zeventiende eeuw, maar vertelt ook over zijn rol in de slavenhandel waar begin dit jaar nogal wat over was te doen.

Johan Maurits (1604-1679) was acht jaar lang gouverneur van de plantagekolonie Nederlands-Brazilië en stond vooral bekend als de ‘verlichte’ bestuurder die, samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers, een deel van Brazilië in kaart bracht.

Volgens het museum is zijn rol in en bijdrage aan de slavenhandel van de West-Indische Compagnie tot nu toe onderbelicht gebleven.

Ophef om weghalen beeld

Begin dit jaar ontstond ophef, nadat bleek dat het Mauritshuis de buste van Johan Maurits uit de foyer had weggehaald. Daarop barstte een hevige discussie los over het wegmoffelen van het verleden en over overdreven geachte politieke correctheid.

Ook vooraanstaande politici, zoals premier Mark Rutte, mengden zich in het gekrakeel. Het museum verklaarde daarop dat het beeld van Maurits naar het depot was gebracht, omdat er een beter beeld van hem is, dat centraal staat in een bepaalde zaal.

Expositie vanaf april

De expositie, die in april 2019 opent, toont aan de hand van kunstwerken uit de collectie hoe het beeld van Johan Maurits in de loop van de tijd is gevormd en veranderd. Ook de replica de van eerder weggehaalde buste is te zien.

Het publiek wordt actief betrokken in de tentoonstelling. Bezoekers kunnen zelf hun beeld over hem vormen en hun mening delen.

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS DEN HAAG JOHAN MAURITS SLAVERNIJSLAVENHANDEL

‘Verwijderd’ borstbeeld Johan Maurits in tentoon­stel­ling over naamgever

AD 10.07.2018 Het Mauritshuis in Den Haag komt volgend jaar met een tentoonstelling over niemand minder dan de man waar het museum naar is vernoemd: Johan Maurits van Nassau-Siegen. De laatste jaren kreeg het Mauritshuis steeds vaker kritiek op de informatieverstrekking over het slavernijverleden van de naamgever.

In januari dit jaar ontstond er ophef nadat bekend werd dat het museum in de zomer van vorig jaar het borstbeeld van de gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië uit de foyer had verwijderd. De tentoonstelling is volgens een woordvoerder geen antwoord op de storm van kritiek die volgde op het nieuws over de buste. ,,Het is niet de aanleiding, we liepen al langer rond met dit idee. Ook hebben we het niet sneller gepland.”

Wel wordt de media-aandacht van begin dit jaar ‘meegenomen’. ,,Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk.” 

Beeldvorming

Met de tentoonstelling Beeldvorming over Johan Maurits wordt getoond hoe er vroeger én nu over de Hagenaar werd en wordt gedacht. Verschillende perspectieven worden tentoongesteld: van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands Brazilië in de 17de eeuw tot hoe er tegenwoordig over zijn leven en werk wordt gedacht. Onder meer de veelbesproken buste en werken uit de collectie van het Mauritshuis zijn in de tentoonstelling te zien.

Het museum zit in het pand waar Johan Maurits tot zijn dood in 1679 woonde. Tijdens en na zijn leven werd het in de volksmond ‘het huis van Maurits’ genoemd.

Amper Maurits-twitteraars in Mauritshuis

OmroepWest 28.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft zondag amper mensen over de vloer gehad die zich via sociale media hadden geuit over het verwijderen van een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau, die in Brazilië betrokken was bij de slavenhandel.

Museumdirecteur Emilie Gordenker reageerde in het programma Buitenhof dat het borstbeeld niet uit het museum was verwijderd. Er is wel een beeld van Maurits naar het depot gebracht, maar dat was alleen omdat er een beter beeld van hem is, dat centraal staat in een bepaalde zaal.

Voordat dat iedereen duidelijk was, ontstond er echter een hevige discussie over het wegmoffelen van het verleden en over overdreven geachte politieke correctheid. Zelfs vooraanstaande politici, zoals premier Mark Rutte, mengden zich in het gekrakeel.

‘Gewone dag’

Gordenker zei vorige week op tv dat voor- en tegenstanders van het vermeende weghalen zondag gratis welkom waren om zelf eens te kijken, maar er kwamen hooguit twintig mensen, aldus een woordvoerder nu.

Ze moesten hun melding op sociale media laten zien, maar ‘omdat veel mensen met zijn tweeën komen, waren het er in feite misschien zelfs maar tien of twaalf. Het was eigenlijk een gewone dag’.

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS DEN HAAG JOHAN MAURITS VAN NASSAU

 

Boze twitteraars hoeven Johan Maurits niet met eigen ogen te zien

AD 28.01.2018 De verwijdering van het borstbeeld van Johan Maurits leidde tot verhitte discussies, maar die boze mensen lieten het zondag massaal afweten bij de speciale ‘Maurits-actie’ van het Mauritshuis.

Geschiedvervalsing! Wegmoffelen van historie! Het Mauritshuis kreeg er de laatste weken flink van langs op sociale media, nadat bekend werd dat het borstbeeld van zijn naamgever uit de foyer was verwijderd. Het museum deed dat na kritiek op zijn betrokkenheid bij de slavernij, maar richtte tegelijkertijd een kabinet in over Johan Maurits. Met meer aandacht voor zijn schaduwkanten.

Het museum nodigde zondag twitteraars die zich hadden geroerd in het debat uit zelf te komen kijken. Vertoon van een tweet was genoeg voor gratis toegang.

Daar maakte slechts een twintigtal mensen gebruik van, laat een woordvoerder desgevraagd weten. Het was volgens hem sowieso niet drukker dan op andere zondagen. ,,Het plaatsen van een bericht op sociale media is makkelijk, maar je ziet dat een museumbezoek meer moeite kost. Het kan ook dat men nu wel klaar is met die hele discussie.’’

Het plaatsen van een bericht op sociale media is makkelijk, maar je ziet dat een museumbezoek meer moeite kost, aldus Woordvoerder Mauritshuis.

Een rondgang in het museum leerde gisteren dat sommige bezoekers niet eens van alle ophef hadden gehoord, anderen hadden er juist een duidelijke mening over. ,,Ik begrijp de kritiek wel. Je doet aan geschiedvervalsing als je historische figuren uit gaan bannen’’, zegt een 24-jarige bezoeker uit Den Haag, die niet met zijn naam in de krant wil. ,,Maar het is nu goed opgelost’’, concludeert hij na een bezoek aan het bewuste kabinet over Johan Maurits. ,,Er is wél aandacht voor hem, maar op een bord worden ook zijn schaduwkanten genoemd.’’

De Rijswijkse Corrie van Meel, die samen met haar man en vrienden een bezoek aan het museum bracht, is meer uitgesproken. ,,Het is belachelijk dat dat mooie borstbeeld in het depot staat. Het museum is gezwicht voor een kleine minderheid en moffelt zo onze geschiedenis weg. Een verkeerd signaal!’’ Ze vindt het dan ook terecht dat Rutte aanvankelijk waarschuwde voor een beeldenstorm. Overigens is de premier, die via Twitter had beloofd snel langs te komen, zondag (nog) niet komen kijken.

Ophef over Maurits: ‘Eén voordeel, iedereen weet nu wel wie hij is’

AD 27.01.2018 Alle ophef over Johan Maurits zadelt het Mauritshuis met een nieuw probleem op. Het zaaltje over de omstreden ‘slavendrijver’ is plots te klein voor alle ramptoeristen. Het doet de geplaagde museumdirecteur Emilie Gordenker goed. ,,Iedereen weet ineens wie Maurits is.”

De bewuste buste die naar het depot is verkast. © Beko/Wikimedia

Emilie Gordenker verexcuseert zich vriendelijk voor haar schorre stem. Al is er binnen het Mauritshuis de afgelopen weken oneindig veel gediscussieerd over de kwestie rond de naamgever van het museum, Johan Maurits van Nassau-Siegen, het is een verkoudheid die de directeur momenteel parten speelt. Vooruit, misschien is de slaap er ook een beetje bij ingeschoten. Sinds het bericht naar buiten kwam dat het Mauritshuis vorig jaar ongemerkt een kunststoffen buste van Johan Maurits uit de foyer had verwijderd, staat haar telefoon roodgloeiend. Zelfs premier Rutte mengde zich in de discussie en waarschuwde – te snel gaf hij achteraf toe – voor een moderne beeldenstorm. Gordenker reageerde dat ze het jammer vindt dat haar buurman ‘niet even over het bruggetje is gelopen om te komen kijken’. Vanuit haar werkkamer met prachtig uitzicht op het Torentje van Rutte steekt ze nu ook de hand in eigen boezem. ,,Achteraf gezien hadden we het onderwerp eerder en beter moeten communiceren”, zegt ze, een ervaring rijker.

Hoe bedoelt u?
,,Onze voorlichting was in eerste instantie wat kort door de bocht. In de media reageerden we vooral op het eerste nieuwsbericht dat de buste was weggehaald. Maar we hadden er meteen bij moeten vertellen dat we niets wilden wissen, maar juist iets wilden toevoegen aan het verhaal van Johan Maurits. Het is dus juist andersom.”

Maar u heeft de buste wel degelijk weggehaald als gevolg van kritiek op zijn betrokkenheid bij de slavernij. Had Rutte dan toch gelijk?
,,We hebben ons de kritiek, die we de laatste jaren steeds vaker kregen, inderdaad aangetrokken. Dat heeft ons doen denken dat we zijn verhaal op een betere manier moesten vertellen. Maar waardoor de discussie volledig out of control raakte is de kop boven het eerste artikel over de kwestie. ‘Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis’. Dat staat vervolgens zo op Twitter en mensen lezen niet verder. Wat er overblijft is dat wij de buste hebben verwijderd, zonder context.”

Braziliaans landschap met een huis in aanbouw, een van de werken van Frans Post die verband houden met Johan Maurits. © rv – Mauritshuis

Maar het Mauritshuis hééft de buste toch ook verwijderd. Hij staat in het depot…
,,Dat klopt, maar we hebben Johan Maurits niet uit ons museum verwijderd. We hebben de presentatie van zijn verhaal juist verbeterd en uitgebreid. Er is een zaal over hem ingericht in het museum waar we zijn verhaal, ook de mindere kanten, veel beter kunnen vertellen. Bezoekers krijgen daar de kans om de informatie in alle rust te verwerken in plaats van in een drukke foyer. In het zaaltje, kabinet 13, staat sinds vorig jaar ook een terracotta beeldje van Johan Maurits.”

Bent u geschrokken van alle kritiek?
,,Ik heb me wel verbaasd over hoe snel het ontaardde in een gepolariseerd debat. Het is voor ons nieuw dat we het middelpunt zijn van een politieke discussie, maar het is niet uniek in de museale wereld. In het Metropolitan Museum of Art in New York speelde onlangs de discussie over het schilderij van Balthus, waarop een pubermeisje staat in een seksuele pose. Mensen hebben geprobeerd via de rechter af te dwingen dat het schilderij zou worden verwijderd. Wat overigens niet is gelukt. Gelukkig gaat het in Nederland niet meteen via de rechtbank, maar hier kan net zo goed zo’n vraagstuk spelen. Ik zie het eigenlijk als een groot compliment dat zulke discussies nu gevoerd worden in musea. Dat betekent dat wij steeds toegankelijker worden voor iedereen en midden in de maatschappij staan.”

U laat onderzoek doen naar de precieze rol van Johan Maurits in het slavernijverleden. Stel dat daar uitkomt dat hij nóg fouter was dan u dacht. Gaat u dan ook de naam van uw museum veranderen, zoals Rutte gekscherend suggereerde?’
,,Laat ik vooropstellen dat de naam van het Mauritshuis géén eerbetoon is aan hem. Dit was zijn huis en daarom heet het zo. Het is niet alsof we een standbeeld voor hem hebben opgericht. Wat mij betreft is naamsverandering nooit aan de orde.”

Iedereen die een tweet over Johan Maurits heeft gestuurd, positief of negatief, mag op vertoon daarvan gratis naar binnen, aldus Emilie Gordenker.

De zaaltekst toont het ‘eerlijke verhaal’ rond Johan Maurits. © ANP

Wat herinnert verder nog aan de naamgever?
,,Niet veel. Op zaal hebben we twee schilderijen van Frans Post, die met hem is meegegaan op handelsmissie. Het ene lijkt een vrij naïef werk, maar is heel belangrijk. Het is namelijk één van de zeven bewaard gebleven schilderijen van Post in Brazilië. Beiden geven goed de sfeer uit die tijd weer. Begrijp me goed, het Mauritshuis is geen historisch museum, we kunnen het hele verhaal van de slavernij niet aan de hand van onze collectie vertellen. We zijn een koninklijk kabinet van schilderijen, dát is onze missie. Als je meer wilt weten, kun je tot en met dit weekeinde terecht bij onze buren, het Haags Historisch Museum. Daar is een interessante tentoonstelling te zien over zwarte bedienden aan het Haagse hof.”

U hekelde net het ontspoorde debat via Twitter, maar morgen beloont u twitteraars juist…
,,Klopt, iedereen die een tweet over Johan Maurits heeft gestuurd, positief of negatief, mag op vertoon daarvan gratis naar binnen. Het positieve van alle commotie is dat iedereen nu wél weet wie hij was. Voorheen werd hij nog wel eens verward met prins Maurits, stadhouder en zoon van Willem van Oranje. We geven al die twitteraars een foldertje mee met toelichting over Johan Maurits. Mijn vurige wens is dat de mensen voortaan eerst goed lezen, voordat zij een uitspraak doen. Als het onderzoek naar Johan Maurits is afgerond, gaan we mogelijk nog debatten en symposia over hem houden. Als zich nieuwe feiten aandienen, zullen we ook de teksten op zaal en op onze app aanpassen.”

Uiteindelijk trekt u alleen maar extra publiek door alle publiciteit?
,,Ik heb de laatste bezoekerscijfers nog niet, maar volgens de suppoosten is er nu wel aanmerkelijk meer aandacht voor zaal 13. Eén beveiliger schoot me gisteren aan en zei: ‘Mevrouw, er zijn nu zelfs opstoppingen voor de ingang’. Ik ben erg blij dat Johan Maurits meer aandacht heeft gekregen, maar ik kick niet op bezoekerscijfers. Voor mij is het veel belangrijker dat bezoekers tevreden zijn.”

Een medewerker van het Mauritshuis toont het portret van de naamgever op de plek waar de omstreden buste stond. © ANP

Johan Maurits, geschilderd door Pieter Nason in 1675 – GEHEUGEN VAN NEDERLAND

‘Omstreden’ Johan Maurits is in Brazilië ongekend populair

NOS 22.01.2018 Het zal lang geleden zijn dat Johan Maurits van Nassau-Siegen de Nederlandse kranten domineerde, maar dit weekend was de oud-gouverneur van Nederlands-Brazilië (van 1636 tot 1644) onderdeel van een controverse. Nadat een buste van hem uit de foyer van het Mauritshuis werd weggehaald, waarschuwde premier Rutte in NOS Met het Oog op Morgen de geschiedenis niet “met de bril van nu” te veroordelen.

Directeur Emilie Gordenker van het Mauritshuis reageerde zondag in Buitenhofop de discussie en verklaarde dat het verwijderde beeld slechts een kunststoffen kopie was. Een origineel beeld uit de 18e eeuw wordt in een van de zalen geplaatst, omdat daar het verhaal over hem “beter verteld kan worden”, met aandacht voor zowel de negatieve als positieve aspecten van de historische figuur.

Als gouverneur van Brazilië heeft Maurits namelijk “fantastische” dingen gedaan, volgens de directeur. Hij hield zich weliswaar bezig met slavenhandel en hield zelf slaven, maar is ook verantwoordelijk voor de opbloei van het noordoosten van Brazilië.

Brazilianen zeggen vaak: waren de Nederlanders hier maar gebleven, aldus Correspondent Marc Bessems.

Volgens correspondent Marc Bessems zijn ze “onrealistisch positief” over de gouverneur, die de bijnaam ‘de Braziliaan’ heeft. Dat is bijzonder, omdat Maurits maar acht jaar in Brazilië is geweest. “Als je op straat naar hem vraagt, weten ze wie het is. Sterker nog: als je zegt dat je uit Nederland komt, krijg je vaak te horen dat wij – de Nederlanders – beter hadden kunnen blijven”, vertelt Bessems in NOS Met het Oog op Morgen. “Maurits is min of meer een verlicht vorst.”

Premier Rutte ervoer dit sentiment ook tijdens zijn bezoek aan het Zuid-Amerikaanse land. “Ze hebben een groot respect voor hem. Dankzij Maurits heeft Nederland een goede reputatie in Brazilië.”

Prins Willem-Alexander werd bij zijn Brazilië-reis in 1998 vergezeld door een Johan Maurits-imitator ANP

Met name voor Mauritsstad, het tegenwoordige Recife, heeft de volksheld veel betekend. Zo legde hij er wegen, bruggen en rioleringen aan, maar hij is ook verantwoordelijk voor een dierentuin, de eerste universiteit van Brazilië en zelfs de eerste synagoge van het continent.

De figuur Maurits staat dan ook totaal niet ter discussie in Brazilië, merkt Bessems. “Er is hier natuurlijk voldoende ander onrecht geweest.” Maar het huidige beeld van ‘Mauricio de Nassau’ is volgens de correspondent niet realistisch. “Ze denken dat de Nederlanders in de 24 jaar dat ze hier waren meer hebben gedaan dan de Portugezen in drie eeuwen.”

Een kleine groep historici probeert het beeld weliswaar te nuanceren, maar dat mag nauwelijks baten. “Ze zijn ervan overtuigd dat het hier onder Nederlands bewind een soort Manhattan zou zijn geworden.”

BEKIJK OOK;

Directeur Mauritshuis weerlegt kritiek, Rutte krabbelt terug

Wat moeten we nu met de helden van toen?

“Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen”

Den HaagFM 22.01.2018 Het Mauritshuis heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander beeld. Dat zei directeur Emilie Gordenker (kleine foto) in het tv-programma Buitenhof. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet “in de juiste context” kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. “Was Rutte maar even komen kijken”, zei ze, “dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake.”

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in. “Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.”

Slavenhandel

Gordenker probeerde in het programma het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. “Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd.” Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond ook op sociale media veel discussie. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari. …lees meer

Gerelateerd;

Eigen website voor wereldberoemd puttertje9 februari 2017

Verbouwing Mauritshuis op schema24 november 2013

Foto-expositie Mauritshuis langs Hofvijver25 juni 2013

Mauritshuis nodigt twitteraars over kwestie Johan Maurits uit voor gratis bezoek

OmroepWest 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag geeft twitteraars die zich afgelopen week hebben uitgelaten over de kwestie rond naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen op zondag 28 januari gratis toegang tot het museum. Op social media ontstond discussie toen in het nieuws kwam dat het Mauritshuis een beeld van de naamgever had weggehaald.

In het programma Buitenhof reageerde museumdirecteur Emilie Gordenker op de kwestie. Volgens haar is het borstbeeld van Johan Maurits niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen.

Hij waarschuwde voor een nieuwe beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en voerde een hard koloniaal beleid.

Geen sprake van naamsverandering

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, zei de directeur.

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in: ‘Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.’

Geen eerbetoon

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

  Mauritshuis  ✔@mauritshuis

In @BuitenhofTV nodigde onze directeur Emilie Gordenker iedereen uit die afgelopen week, negatief of positief, getwitterd heeft over Johan Maurits: Kom kijken! Zondag 28 januari geven we daarom gratis entree op vertoon van je tweet. https://twitter.com/buitenhoftv/status/955041965644513280 …  13:25 – 21 jan. 2018

LEES OOK: Koningin Máxima opent Tien topstukken tentoonstelling in het Mauritshuis

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS JOHAN MAURITS EMILY GORDENKER

Directeur Mauritshuis: ‘Geen sprake van naamsverandering’

Elsevier 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zegt directeur Emilie Gordenker.

De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was, zei Gordenker zondag in het tv-programma Buitenhof.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte (VVD), zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen.

Hij waarschuwde voor een nieuwe beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Dinsdag kondigde de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan dat het zijn naam verandert vanwege het koloniale verleden van de naamgever.

Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië. Lees hier waarom hij iemand was om trots op te zijn >

‘Van naamsverandering is absoluut geen sprake’

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. ‘Was Rutte maar even komen kijken, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake,’ zei de directeur.

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders van Johan Maurits hebben wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, maar het is geen eerbetoon, benadrukte ze. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar vereerd als een held, zei Gordenker.

  Fleur Verbeek (1991) werkt sinds oktober 2017 op de webredactie. Ze studeerde Journalistiek aan de Hogeschool van Utrecht.

Rutte neemt weer gas terug

Telegraaf 21.01.2018  Premier Rutte slikt scherpe woorden over de verwijdering van een standbeeld uit de hal van het Mauritshuis al weer in. Afgelopen vrijdag waarschuwde de minister-president nog voor het herschrijven van de geschiedenis, door historische gebeurtenissen en figuren langs de meetlat van 2018 te leggen. Hij suggereerde dat het Mauritshuis misschien ook maar de naam moest veranderen.

Vandaag herhaalde directrice Emilie Gordenker van het Maurtishuis in Buitenhof dat het het museum ging om het beter schetsen van de historische context rond Johan Maurits van Nassau Siegen. Het beeld zou ’van mindere kwaliteit zijn’ en vervangen worden door een ander, authentiek beeld.

Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, zei de directeur.

Slavenhandel

Maurits is de opdrachtgever voor de bouw van het Mauritshuis, dat daarom al eeuwen zijn naam draagt. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

In een tweet neemt Rutte nu gas terug. „Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was”, aldus Rutte. „Ik kom graag snel weer langs.”

Het is de tweede keer in een week dat de premier wordt gecorrigeerd op boude uitspraken. Afgelopen zondag verklaarde hij dat de vergoeding van bevingschade van gedupeerde Groningers nog niet geregeld was vanwege de lange kabinetsformatie. Zowel CDA-leider Sybrand Buma als D66-voorman Alexander Pechtold namen hier afstand van. Ook minister Eric Wiebes (Economische Zaken) wilde Ruttes woorden liever niet herhalen.

Directeur Mauritshuis weerlegt kritiek, Rutte krabbelt terug

NOS 21.01.2018 Directeur Emilie Gordenker van het Mauritshuis zegt Johan Maurits helemaal niet uit het museum is weggehaald, zoals deze week in het nieuws kwam.

Een kopie van een buste van Johan Maurits is uit de foyer gehaald, maar die kunststoffen buste was niet meer nodig. Een echt beeld, daterend uit de 18e eeuw, is in een van de zalen geplaatst, omdat daar het verhaal over hem beter verteld kan worden, zei Gordenker in het tv-programma Buitenhof.

Gordenker ging in op de kritiek op de verwijdering van de buste. Ook premier Rutte deed vrijdag een duit in het zakje. Hij zei dat we de 17e en 18e eeuw niet met de bril van nu moeten veroordelen, en dat als de oprichter verwijderd wordt, dan ook de naam van het Mauritshuis maar veranderd moet worden.

Het Mauritshuis ligt naast het werkvertrek van de premier, het zogenoemde Torentje aan het Binnenhof. Gordenker noemde het jammer dat Rutte niet even over het bruggetje is gelopen om zich te informeren. De premier erkende later op de dag dat het voorbeeld ongelukkig uitpakte.

  >Mark Rutte  ✔@MinPres

Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs. 15:54 – 21 jan. 2018

Over de naamsverandering zei ze dat Rutte eerst eens naar de feiten moet kijken. En het feit is dat de naam van het museum geen eerbetoon is aan Johan Maurits, maar dat Johan Maurits van Nassau-Siegen de stichter is, zei ze. Van een naamsverandering is dus geen sprake.

Verder stelt ze dat het heel gewoon is dat musea stukken verplaatsen, nieuwe stukken neerzetten en oude weghalen. “Over de hele wereld zijn musea daar constant mee bezig.”

Een terracotta beeld van Johan Maurits, dat in het museum blijft staan ANP

Bij het beeld van Johan Maurits wordt in het museum een genuanceerd verhaal verteld, zegt de directeur. Volgens Gordenker is er geen reden om uitsluitend negatief over hem te denken.

“Als gouverneur in Brazilië heeft hij fantastische dingen gedaan. Daarom wordt hij daar ook gezien als een held.” Johan Maurits hield zich bezig met slavenhandel en hield zelf slaven, maar hij stichtte ook de eerste universiteit van Brazilië en besteedde veel aandacht aan kunst en wetenschap.

Verder nodigde Gordenker alle twitteraars uit om zelf te komen kijken. Ze mogen er gratis in, zodat ze kunnen vaststellen wat er is gebeurd.

BEKIJK OOK;

Rutte waarschuwt voor ‘beeldenstorm’

Wat moeten we nu met de helden van toen?

‘Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen’

AD 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zei directeur Emilie Gordenker in het tv-programma Buitenhof. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

  Mark Rutte  ✔@MinPres

Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs. 3:54 PM – Jan 21, 2018

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen en waarschuwde voor een nieuwe Beeldenstorm.

Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, aldus de directeur.

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in. ,,Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.”

Godsdienstvrijheid

Gordenker probeerde in het programma het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond ook op sociale media veel discussie. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

In een gesprek met deze krant afgelopen week zei de voorlichter van het Mauritshuis overigens niets over een eventueel vervangend beeld.

Buma hekelt ‘grachtengordeldiscussie’ over historische namen en beelden

Elsevier 20.01.2018 CDA-leider Sybrand Buma vindt de huidige discussie over ‘beladen namen’ uit de Nederlandse geschiedenis belachelijk, en is tegen het wegmoffelen van die namen. ‘Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt,’ zegt hij zaterdag. Buma reageert in een interview met AD op de ophef over het Mauritshuis.

Het Haagse museum haalde eerder de buste van Johan Maurits uit de foyer weg, omdat het op die plek ‘niet in de juiste context kon worden geplaatst’.

Andere namen geven, is ‘complete farce’, vindt Buma

‘Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden,’ hekelt Buma. ‘Alsof je een historie mag en kan uitwissen; vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis.’ Volgens de CDA-leider wordt ‘de discussie over wat het is om een Nederlander te zijn’ meer een ijkpunt voor de komende vier jaar.

Eerder in Elsevier Weekblad

Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Buma vreest voor het lot van andere Nederlandse historische figuren die momenteel onder vuur liggen, zoals de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Indië J.P. Coen. De J.P. Coenschool in Amsterdam kondigde deze week aan ook van naam te willen veranderen, vanwege de beladenheid van de naam. ‘De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen,’ waarschuwt Buma bovendien.

‘Natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!,’ aldus Buma.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ‘Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt’, aldus Rutte in het radioprogramma Met Het Oog op Morgen. ‘Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu’, zegt de premier, die zelf historicus is.

Eerdere ophef over koloniale namen en beelden

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de Withbekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoornbekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

  Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

Buma noemt beladen namen ‘deel van geschiedenis’

NU 20.01.2018 CDA-leider Sybrand Buma is faliekant tegen het wegmoffelen van sommige inmiddels beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. ”Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt”, zegt hij zaterdag in een interview met het AD.

Buma reageert daarmee op de ophef over het Haagse Mauritshuis. Het museum had de buste van naamgever Johan Maurits in de foyer van het Mauritshuis weggehaald, omdat het op die plek niet ”in de juiste context” geplaatst kon worden.

”Alsof je een historie mag en kan uitwissen, vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis. Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden”, aldus Buma in de krant. Hij vindt ook dat de naam van de Coentunnel niet mag veranderen. ”J.P. Coen is onderdeel van onze historie. Als je alles relativeert, blijft er niets over”.

”De discussie over wat het is om Nederlander te zijn, wat onze historie is, wordt een ijkpunt voor de komende vier jaar”, denkt de CDA politicus. Ook bij de komende gemeenteraadsverkiezingen zal het er volgens hem over gaan.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ”Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt”, aldus Rutte in het radioprogramma Met het oog op morgen. ”Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu”, zegt de premier, die zelf historicus is.

Steeds meer organisaties denken na over hun naamgever. Deze week maakte de J.P. Coenschool in de Indische Buurt in Amsterdam bekend een andere naam te nemen. Coen was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en voerde een hard koloniaal beleid.

Lees meer over: Sybrand Buma

Sybrand Buma: Jan Pieterszoon Coen is onderdeel van onze historie

AD 20.01.2018 Hij is nog lang niet klaar met de discussie over de Nederlandse identiteit. Eerherstel voor het Wilhelmus was pas het begin. Handen af van het Mauritshuis en de Coentunnel, stelt CDA-leider Sybrand Buma aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen.

Er zijn mensen die het debat over de Nederlandse identiteit onnodig polariserend vinden. Sybrand Buma is er daar in ieder geval geen van. ,,De discussie over wat het is om Nederlander te zijn, wat onze historie is, wordt een ijkpunt voor de komende vier jaar”, stelt hij gedecideerd. Ook bij de komende gemeenteraadsverkiezingen zal het hierover gaan, vermoedt hij. ,,Want wij politici denken misschien dat politiek gaat over 3 procent economische groei, maar de meeste mensen gaat het vooral om de vraag welke samenleving we samen willen hebben.”

Buma heeft met verbazing gekeken naar de discussie over het Haagse Mauritshuis, dat de kunststof buste van diens naamgever Johan Maurits verwijderde. Merkwaardige discussie, meent Buma. ,,Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt. Alsof je een historie mag en kan uitwissen, vergetende dat onze identiteit is ontstaan in de geschiedenis. Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden.”

Het zou een farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen

Overdrijft u niet?

,,De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen. Maar J.P. Coen is onderdeel van onze historie. Als je alles relativeert, blijft er niets over.”

Coen heeft als gouverneur-generaal flink huisgehouden in Nederlands-Indië. In Duitsland en Rusland zijn verwijzingen naar Hitler en Stalin ook uit het straatbeeld verdwenen. Toch praat men erover. Verliest u nu niet zelf de nuance?

,,Die vergelijking vind ik zot. En daarbij: natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!”

Het Mauritshuis verwijderde de buste, maar richtte tegelijkertijd twee wanden in om over het leven van Johan Maurits te vertellen. Die context geven, is toch precies wat u wilt?

,,Als het de bedoeling is om de geschiedenis te vertellen, dan ben ik het daar mee eens. Maar daar gaat de discussie niet over. Er wordt gedaan alsof je door een tunnel naar J.P. Coen te vernoemen zelf medeverantwoordelijk bent voor de slavernij. Alsof dat niet zo is als je die tunnel anders noemt. Onzin!”

Sybrand Buma © ANP

Wat is het risico daarvan?

,,Je gooit dan weg wat je gezamenlijk deelt als nationale identiteit. Dan blijft er een relativering over, waar niets voor in de plaats komt. We moeten het door er de verhalen bij te vertellen juist wel koesteren. We dragen een collectieve verantwoordelijkheid voor het verleden met de goede en slechte kanten. Daar hebben we het mee te doen en van te leren.”

U raakte met uw pleidooi voor het Wilhelmus een gevoelige snaar. Lof en hoon waren uw deel. Ziet u politiek al verandering?

,,Het valt mij op dat de SP onder Emile Roemer, als het bijvoorbeeld over vluchtelingen ging, erg meedeed met GroenLinks en de PvdA. Lilian Marijnissen zegt nu dat zij openstaat voor vluchtelingendeals met Afrika. Roemer wilde dat nooit zeggen. Dat verwelkom ik.”

U ziet in de SP een bondgenoot?

,,Je zou op het gebied van identiteit en cultuur nieuwe coalities kunnen bouwen. Dat is geen kwestie van links of rechts. Maar kijk je kosmopolitisch of zoals de gewone Nederlander er naar kijkt? Links valt uiteen in elitair links van Klaver en een volkslinks deel. Daar reken ik de SP toe.”

Dit is het begin van een periode waarin wat we belangrijk vinden ook in beleid kan worden omgezet

CDA en SP waren ooit al eens de initiatiefnemers van een Nationaal Historisch Museum. Dat kwam er niet. Tijd voor een herkansing?

,,Als de SP daarin zou willen samenwerken, dan zou ik dat heel goed vinden. We hebben daar in het regeerakkoord al een gewijzigde vorm over afgesproken. Geen nationaal museum, maar wel op meerdere plaatsen in Nederland de geschiedenis beter zichtbaar maken, zoals de plaats waar de Unie van Utrecht is gesloten of het Hof van Dordrecht.”

Bent u blij dat het thema nationale identiteit opduikt in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen? Vorig jaar werkte het, nu staat het CDA er in de peilingen niet florissant bij.

,,Dit is al langer een thema, ook op lokaal niveau. Ik zie dat ook in de verkiezingsprogramma’s. Het is een van de kernvraagstukken in het Nederland van nu. Mensen zijn bezig met de vraag in wat voor samenleving we leven. Ik hoop dat men in gemeenten waar dit speelt de discussie aangaat: is dit waar we heen willen?”

U was in 2014 de grootste partij met ruim 14 procent van de stemmen, nu staat u op 9 procent in de peilingen.

,,Wij staan in de peilingen op het niveau waar we voor de Tweede Kamerverkiezingen ook stonden. Ik heb alle hoeken van de peilingen gezien. Het gaat erom dat je mensen weet te overtuigen. We kunnen nu een ander CDA laten zien dan toen. Toen zaten we net in de oppositie. In mijn ogen staan we nu aan het begin van een nieuwe periode waarin we veel van wat we belangrijk vinden ook in beleid kan worden omgezet.”

De lokale politici krijgen bij verkiezingen niet de credits als het landelijk niet lekker gaat. Voelt u de druk?

,,Bij een goede uitslag is altijd de vraag: van wie komt die? Natuurlijk wordt een deel van de uitslag altijd nationaal bepaald. Van mij mag men verwachten dat ik maximaal bijdraag aan het lokale succes. Het is altijd een gezamenlijkheid waarbij er ook een nationale component is, maar ik hoop dat de lokale invloed groot is, omdat het CDA daar sterk is. Nu was het makkelijker lokaal mensen op de lijst te krijgen dan de vorige keer. Dat zegt iets.”

Vreest u niet, omdat u nu regeert, met een slechte uitslag in een groef te komen waar het CDA niet meer uitkomt, zoals de PvdA overkwam?

,,De tijd is ook bij de CDA-achterban voorbij dat mensen moeten tekenen bij het kruisje omdat het CDA regeert. Daar ben ik me zeer van bewust. Per dag moeten we vertrouwen winnen. We moeten laten zien dat het CDA dat waard is.”

Rutte waarschuwt voor ‘beeldenstorm’

NOS 19.01.2018 Premier Rutte noemt het risicovol om gebeurtenissen uit de 17e en 18e eeuw te veroordelen “met de bril van nu”. “Pas op met wat we aan het doen zijn”, zegt hij in zijn wekelijkse gesprek op de radio. “Laten we voorzichtig zijn met het plaatsen van onze huidige maatschappelijke opvattingen op de geschiedenis die verder weg ligt.”

Deze week laaide het debat over het Nederlandse slavernijverleden weer op, toen bekend werd dat het Haagse Mauritshuis vorig jaar een borstbeeld van Johan Maurits uit de ontvangsthal van het museum had verwijderd. Ook liet de Amsterdamse J.P. Coenschool deze week weten na 107 jaar van zijn naam af te willen.

Rutte, zelf historicus, vindt het gek dat het Mauritshuis alleen het beeld heeft weggehaald. “Als je het beeld van de oprichter weghaalt, verander dan ook de naam.”

“Het ís ons verleden. We zijn niet voor niets een van de rijkste landen van de wereld.”, aldus – Rutte in NOS Met het Oog op Morgen.

Tweede Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd over de kwestie in debat te willen met minister Van Engelshoven (Cultuur). Laan noemt het on-Nederlands om gevoeligheden weg te stoppen.

Antoinette Laan@Antoinettelaan

Wat is dit slecht, verkeerd en on-Nederlands. In ons land gaan we niet met gevoeligheden om door dingen weg te stoppen, maar door er open over te discussiëren Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis – NRC https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/12/buste-johan-maurits-weg-uit-foyer-mauritshuis-a1588230 …  21:01 – 14 jan. 2018

Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis

Het museum heeft afgelopen zomer het kunststoffen borstbeeld verwijderd. Reden is ‘een groter bewustwordingsproces over slavernijverleden van Maurits’.

nrc.nl

Premier Rutte vindt het vraagstuk geen taak voor de politiek. “Het is een maatschappelijke discussie en het is prima dat die fel wordt gevoerd. Maar het is niet aan het kabinet om daar een mening over te hebben.”

 

“In Brazilië, waar hij gouverneur was van de Nederlandse kolonie, hebben ze groot respect voor Johan Maurits”

 Rutte in NOS Met het Oog op Morgen

BEKIJK OOK;

Wat moeten we nu met de helden van toen?

Maurits van Nassau een schurk? Welnee, een held

Elsevier 19.01.2018 Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië . De man wiens borstbeeld is verwijderd uit de hal van het naar hem vernoemde museum in Den Haag, het Mauritshuis, was iemand om juist trots op te zijn.

Het is bijna vierhonderd jaar geleden dat deze graaf als gouverneur-generaal de scepter zwaaide over de noordoostkust van het grootste land in Zuid-Amerika, maar hij wordt er nog altijd geroemd. In Recife (rif), hoofdstad van deelstaat Pernambuco, is er een school die zijn naam draagt, er is een brug met zijn naam en zelfs een naar hem vernoemde universiteit.

Maurits’ buste prijkt voor het gouverneurshuis in Recife, kinderen leren over hem op school en Mauricio is er een erg populaire naam. ‘Geen eerbetoon kan recht doen aan de legende van deze man,’ zei de Braziliaanse historicus Leonardo Silva Datas eens. ‘Hij was de beste president die we hebben gehad. Iedereen hield van hem,’ aldus de Braziliaanse filmregisseur Paulo Thiago, die een film over de Hollandse tijd maakte.

Beetje mal dat Maurits zo’n onbekende Nassau was

Gezien de roem waarmee Brazilianen de graaf nu nog overladen, is het een beetje mal dat Johan Maurits in Nederland zelf tot vorige week een van de onbekendste Nassaus was. Bij de naam ‘Maurits’ denken Nederlanders eerder aan Johan Maurits’ veel beroemdere achterneef: prins Maurits (1567-1625) of anders wel aan de huidige prins Maurits (1968).

Lees het prikkelende commentaar ‘Niemand gebaat bij beeldenstorm Mauritshuis’

Maar bij leven kende tout Nederland Johan Maurits, zeker de elite. De dichter Joost van den Vondel schreef in 1656 zelfs een lofdicht waarin de graaf in de laatste regel wordt geroemd als ‘een perel aan de kroon van Nassau’.

Toen de gouverneur-generaal na zeven jaar in de West in 1644 terugkeerde, maakte hij naam door de Haagse beau monde te ontvangen in zijn residentie aan de Hofvijver, nu bekend als het Mauritshuis.

Daar konden de hoogwaardigheidsbekleders via meegebrachte schatten kennismaken met de Nieuwe Wereld. Aan de wanden hingen metershoge schilderijen van inboorlingen, vreemde vogels krijsten in hun koperen kooien en overal stonden opgezette dieren. Maar het was vooral de dans van schaars geklede indianen in de achterzaal van Maurits’ stadspaleis, die indruk maakte.

Geen wetenschapper nam de moeite voor biografie Maurits van Nassau

Waardoor Johan Maurits in Nederland in de vergetelheid is geraakt, is niet bekend. Geen wetenschapper in Nederland die de moeite heeft genomen om een biografie over hem te schrijven. Een mogelijke verklaring is dat de graaf naar hedendaagse maatstaven niet deugde.

Op de website van het Mauritshuis is al veel langer te lezen dat Johan Maurits zijn stadspaleis liet bouwen met geld dat hij verdiende over de ruggen van zwarte slaven. Johan Maurits, kortom, zou een held met een luchtje zijn. Des te opmerkelijker dat Brazilianen over dit feit heenstappen en Maurits’ regeerperiode in Brazilië niet gedenken als zwarte bladzijde, maar als ‘gouden tijd’. Wat heeft Johan Maurits gedaan dat hij in Brazilië zo op handen wordt gedragen?

Geboren op zelfde slot als zijn oudoom Willem van Oranje

Johan Maurits van Nassau-Siegen wordt in 1604 geboren op Slot Dillenburg, hetzelfde slot vanwaar zijn oudoom Willem van Oranje (1533-1584) de strijd tegen de Spaanse overheerser coördineerde. Als middelste van de 25 kinderen die zijn vader Jan VII (1561-1623) bij twee vrouwen heeft verwekt, heeft hij de pech dat zijn oudere broers het geld al hebben opgemaakt voor een universitaire opleiding en een grand tour door Europa, zoals dat hoorde bij hoog-adellijke families.

Zonder toegang tot universitair onderwijs is Maurits voorbestemd voor een militaire loopbaan. Al op zestienjarige leeftijd treedt hij in dienst van het Staatse leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, dat na een wapenstilstand net weer begint te vechten tegen Spaanse troepen.

Hij gaat in de leer bij verwanten als de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau (1560-1620) en neemt onder de latere stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647), bijgenaamd de Stedendwinger, deel aan het Beleg van Den Bosch. Johan Maurits maakt een bliksemcarrière: al na zes jaar wordt hij bevorderd tot kapitein.

De Nederlanden zijn niet het enige strijdtoneel voor de jonge Republiek. Aan de andere kant van de wereld verovert de West-Indische Compagnie (WIC) een deel van de kolonie Brazilië op de Portugezen. Langs de kust bevindt zich het belangrijkste suikerproductiegebied ter wereld en de WIC hoopt met de handel in suiker winst te kunnen maken.

Maar de Portugezen blijven zich met hulp van indianen met succes verzetten tegen de Hollandse bezetter. Suikermolens bijvoorbeeld branden ze tot de grond toe af. Dat brengt de bewindvoerders van de WIC, de Heren XIX, ertoe een militair te zoeken die orde op zaken kan stellen in de nieuwe Nederlandse kolonie. Zo komen ze uit bij Johan Maurits.

Een verblijf in de tropen gold in die tijd als te riskant

Doorgaans zou iemand van hoge afkomst bedanken voor zo’n functie. Een verblijf in de tropen gold in die tijd als te riskant. Een van de vorige bevelhebbers, Johan van Dorth (1574-1624), was amper in Brazilië gearriveerd, of hij sneuvelde in een hinderlaag van met pijl en boog bewapende indianen. Maar Johan Maurits heeft een goede reden om toch te gaan.

Tijdens de winters wordt er niet gevochten en neemt de jonge graaf deel aan het hofleven van Frederik Hendrik, de eerste Oranje met vorstelijke allure. Of Johan Maurits door de stadhouder wordt aangestoken of dat hij van nature iets op heeft met pracht en praal, is niet bekend, maar hij besluit in Den Haag een eigen (stads)paleis te laten bouwen, pal naast het Binnenhof.

Johan Maurits verkijkt zich echter op de kosten, waardoor de bouw moeizaam verloopt. De riante vergoeding die de Heren XIX bieden voor een uitzending naar Brazilië zou hem in staat stellen zijn paleisje in één keer af te bouwen. De Heren bieden een gage van (omgerekend naar de actuele waarde) 13.000 euro per maand, plus onkostenvergoeding en 2 procent van de buitgemaakte goederen. Zo vertrekt Johan Maurits in oktober 1636 met 2.600 man op twaalf schepen vanuit Texel naar Brazilië.

Maurits van Nassau maakt snel korte metten met de Portugezen

Maurits en zijn troepen maken snel korte metten met de Portugezen en vergroten de kolonie. Tegelijk stelt Johan Maurits orde op zaken. Hij tuigt een rechterlijke organisatie op naar Nederlands voorbeeld en laat criminaliteit, corruptie en prostitutie aanpakken. Om bigamie – een groot probleem onder soldaten in den vreemde – de kop in te drukken voert hij de Nederlandse huwelijkswetgeving in.

Verder wijst Johan Maurits controleurs aan om het voedsel eerlijk te verdelen, voert hij het Amsterdamse stelsel van maten en gewichten in en laat hij de stad Recife omwallen. Hij bouwt er bovendien een nieuwe stad aan vast: Mauritsstad, met daarin de residentie Vrijburg.

Johan Maurits laat wegen, bruggen en kanalen aanleggen en om de suikerproductie op gang te brengen, laat hij verlaten plantages veilen en leent hij geld aan de kopers. De behoefte aan arbeidskrachten vervult hij door Fort Elmina aan de Afrikaanse westkust te veroveren om vandaaruit slaven te importeren.

In plaats van de Portugezen het leven zuur te maken, stelt hij zich tolerant op. ‘Ware grootheid der status is niet naar de wijde vlakten, landerijen en macht af te meten, maar naar de trouw, de goedgezindheid en de eerbied der ingezetenen,’ schrijft Johan Maurits.

Hij stelt de Portugezen gelijk voor de wet en verzekert inwoners van de kolonie van inspraak door het instellen van een vergadering van afgevaardigden: het eerste parlement in de Nieuwe Wereld. Bovendien voert hij vrijheid van geloof in. Katholieken en joden mogen net als de Hollandse calvinisten hun geloof belijden.

Decennia voordat de Verlichting in Europa goed op gang komt, stelt Johan Maurits zich op als verlicht vorst. Veel keuze heeft de bruggenbouwer overigens niet: een groot deel van de inwoners bestaat uit Portugezen en een opstand kan hij zich niet veroorloven.

Maurits van Nassau gold als een modelvorst

Niet alleen door zijn tolerante opstelling krijgt Johan Maurits de reputatie van modelvorst, ook door zijn promotie van kunsten en wetenschappen in Brazilië. Hij neemt wetenschappers en kunstenaars mee om planten, dieren en bevolking te bestuderen. Johan Maurits’ lijfarts Willem Piso (1611-1678) verricht er baanbrekend onderzoek naar medicijnen en tropische ziekten.

De Duitse natuurkenner, geograaf, cartograaf en wiskundige Georg Marcgraf (1610-1644) onderzoekt er het weer, de flora en fauna en brengt het land in kaart. Piso en Marcgraf schrijven samen de Historia Naturalis Brasiliae, die tot in de negentiende eeuw het standaardwerk over Brazilië zou blijven. Johan Maurits financiert de studie uit eigen zak.

Het Suikerpaleis

Toen Johan Maurits op 22 mei 1644 Recife uitzeilde, nam hij een lading wapens, gebruiksvoorwerpen, sieraden, meubels, dieren, schelpen en vele andere objecten mee. Deze collectie Brasiliana werd ondergebracht in het Mauritshuis. Maurits’ stadspaleis, bijgenaamd het Suikerpaleis wegens de financiering ervan door handel in suiker, werd zo een van de belangrijkste curiositeitenkabinetten van de Republiek.

In de loop der jaren zou de collectie versnipperen. Niet in de laatste plaats doordat Johan Maurits zijn collectie gebruikte voor het geven van diplomatieke geschenken. Een deel van Maurits’ stukken ging verloren, onder meer door de brand die in 1704 een groot deel van het Mauritshuis – indertijd een Hotel van Staat voor hoge gasten van de Staten-Generaal – verwoestte.

Dankzij een loterij kwam de financiering voor herbouw rond. In 1822 werd het Mauritshuis een museum, wat het vandaag de dag nog altijd is.

De gouverneur-generaal, die in deze tijd een hofleven naar Europees model opbouwt, scoort de ene na de andere primeur. Rond Vrijburg wordt de eerste botanische tuin van het continent aangelegd, in observatoria worden de eerste systematische astronomische observaties gedaan en in Recife verrijst de eerste dierentuin.

Intussen leggen de jonge kunstschilders Frans Post (1612-1680) en Albert Eckhout (circa 1607-circa 1665) het land vast op doek. Zij zouden er zo voor zorgen dat heel Europa kennismaakt met Brazilië.

Alleen, de Heren XIX kunnen Johan Maurits’ werk niet waarderen. Ze willen winst zien. In brieven aan zijn vriend, de geleerde en dichter Constantijn Huygens (1596-1687), beklaagt Maurits zich over de onredelijke verwachtingen van het WIC-bestuur. Al na zes jaar in Brazilië vraagt Maurits zijn ontslag aan en in 1644 vertrekt hij.

Verdraagzaam zijn jegens ‘andersdenkenden’

In een plechtige afscheidsvergadering op 6 mei leest hij zijn politiek testament voor. Hij vraagt toekomstige bestuurders verdraagzaam te zijn jegens andersdenkenden. Daarna wordt hij op de schouders van indianen naar zijn schip gedragen. Het stamhoofd van de Tapuya’s geeft hem drie van zijn zonen mee.

Maurits zou een glansrijke toekomst tegemoet gaan. In 1647 benoemt de keurvorst van Brandenburg hem tot stadhouder van het hertogdom Kleef, in het Staatse leger klimt hij op tot opperbevelhebber en zijn liefde voor de bouwkunst brengt hem hoofdrollen bij de restauratie van het Johanniterslot te Sonnenburg bij Brandenburg en de bouw van de Unter den Linden in Berlijn. In 1679 sterft hij, vrouw- en kinderloos.

De Hollandse kolonie in Brazilië kent een minder glansrijke toekomst. Na Maurits’ vertrek laait de strijd weer op en gaat Brazilië voorgoed voor de Republiek verloren. ’T Versuymt Brasil – Ons verloren Brazilië – klinkt het teleurgesteld in Den Haag.

‘Apekool van gekwetst links moet stoppen’

Telegraaf 17.01.2018 Een aanval op onze iconen, noemt Wierd Duk de hetze tegen historische figuren als De Ruyter, J.P. Coen en Maurits. Een gesprek over Hitler, Zwarte Piet en gekwetste linkse actievoerders.

Moet onze vaderlandse geschiedenis intact blijven?

Telegraaf 17.01.2018 Onder druk van een kleine groep activisten wordt de geschiedenis van Nederland langzaam herschreven. Verwijzingen naar vermeende ‘foute’ historische persoonlijkheden worden stap voor stap verwijderd uit de publieke ruimte. Moet onze vaderlandse geschiedenis intact blijven? Of moeten we gewoon met de tijd meegaan omdat deze figuren simpelweg niet correct zijn?

’Stop de vervalsing’

Telegraaf 17.01.2018 Nu moet Maurits’ kop weer rollen. Eerder waren Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter, Peerke Donders en de Gouden Koets al aan de beurt. Historici zijn het beu: wie wordt het volgende slachtoffer van deze absurde geschiedvervalsing?

Stop met het herschrijven van onze geschiedenis op last van een kleine groep activisten. Die klemmende oproep doen de gerenommeerde emeritus hoogleraren Piet Emmer en Frank Ankersmit naar aanleiding van de nieuwe beeldenstorm die is ontketend in Nederland.

Zo werd gisteren besloten dat de J.P. Coenschool in Amsterdam een andere naam krijgt, omdat Coen veel doden op zijn geweten had. Het Mauritshuis haalde een buste van haar naamgever weg omdat die zich zou hebben verrijkt aan slavernij.

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1550210/stop-de-vervalsing

Absurd, vinden de wetenschappers de manier waarop ons land zich laat gijzelen door deze geschiedvervalsers. „De morele ijdelheid waarmee de slavernij nu wordt veroordeeld, duidt op een volkomen gebrek aan historisch besef.”

In Nederland liefst weggepoetst door activisten, in Brazilië huizenhoog op een voetstuk: Johan Maurits van Nassau.

Frauderen met vroeger

Telegraaf 17.01.2018 Historici verbazen zich over de nieuwe ’beeldenstorm’ die over Nederland raast. Na het weghalen van de buste van Johan Maurits in het Mauritshuis, besloot gisteren de Amsterdamse J.P. Coenschool dat er een andere naam op de muur moet, eentje die niet herinnert aan het slavernijverleden. Zelfs het beeld van Peerke Donders in Tilburg, die uit goedertierenheid een aai over de bol van een leprapatiënt geeft, mag niet meer van activisten.

Wat moeten we nu met de helden van toen?

NOS 17.021.2018 Het debat over het Nederlandse slavernijverleden laait weer op. Zo wil de Amsterdamse J.P. Coenschool na 107 jaar van zijn naam af en verwijderde het Mauritshuis in Den Haag het standbeeld van zijn naamgever Maurits van Nassau-Siegen uit de foyer. De vraag dient zich aan hoe wij in de huidige tijd moeten omgaan met de helden van weleer.

Dienke Hondius, historicus en initiator van Mapping Slavery NL dat de sporen van het Nederlandse slavernijverleden toegankelijk maakt voor een breder publiek, kan zich heel goed voorstellen dat de J.P. Coenschool in Amsterdam van zijn naam af wil.

Volgens Hondius is er in de loop van de tijd schaamte ontstaan over de gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie Jan Pieterszoon Coen. Hoewel de VOC onder zijn bewind floreerde was hij ook verantwoordelijk voor de moord op bijna 15.000 inwoners op de Banda-eilanden, die het nootmuskaatmonopolie van de VOC niet wilden erkennen.

Het zou nu ondenkbaar dat deze man een nationale held zou worden, aldus Dienke Hondius.

“We zijn in de loop der tijd steeds meer over hem te weten gekomen. Het zou nu ondenkbaar dat deze man een nationale held zou worden”, zegt Hondius. Maar we moeten dit deel van de Nederlandse geschiedenis ook niet uitwissen, vindt ze. “Het biedt ook de mogelijkheid om iets over die geschiedenis te vertellen en om het verleden zichtbaar te maken.”

‘Een beetje krampachtig’

Wat haar betreft mogen dan ook standbeelden en straatnamen die verband houden met het slavernijverleden gewoon blijven. “Je kunt best een straat J.P. Coenstraat laten heten, maar geef onder het bordje dan een korte uitleg over de keerzijde, zoals dat ook gebeurd is bij het standbeeld van Coen in Hoorn.”

Video afspelen

Deze Nederlandse standbeelden zijn omstreden

Onafhankelijk onderzoeker Aspha Bijnaar, gespecialiseerd in het koloniale verleden, sluit zich daarbij aan. “Het verwijderen van beladen namen is op zich een gemiste kans. Het ontneemt juist de kans om meer uit te leggen over omstreden personen.”

Ze noemt het besluit van het Mauritshuis om het beeld van Maurits uit de foyer te verwijderen “een beetje krampachtig”. “Ze kunnen er beter een plakkaat bij doen waarin ze uitleggen waarom hij omstreden is.” Volgens Bijnaar is geschiedenis ook gewoon op straat en moet dat, met enige uitleg erbij, gewoon zo blijven.

Natuurlijk moet je het in zijn tijd plaatsen, maar zo denken we nu niet meer, aldus Karwan Fatah-Black.

Karwan Fatah-Black, onderzoeker en docent gespecialiseerd in koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden, ziet dat anders. Hij vindt het een goede zaak dat de J.P. Coenschool van naam verandert. “We hebben er niet zoveel aan om deze geschiedenis als een soort eerbetoon aan zo’n school te hangen. Natuurlijk moet je het in zijn tijd plaatsen, maar zo denken we nu niet meer”, zei hij in De Wereld Draait Door (DWDD).

Volgens Fatah-Black zijn de meeste ‘koloniale helden’ pas honderden jaren na hun dood op een voetstuk geplaatst. “Het is het op een voetstuk plaatsen van iets dat we volgens mij niet op een voetstuk moeten plaatsen.”

‘Onderdeel van ons koloniaal verleden’

Piet Emmer, hoogleraar en specialist op het gebied van slavernij en immigratie, zat ook aan tafel in DWDD en was het deels met hem eens. “Op dit ogenblik zouden we geen school of tunnel meer voor J.P. Coen maken. Maar aan de andere kant is het onderdeel van ons koloniaal verleden en is het zinloos om voortdurend dingen die ons op dit ogenblik verkeerd voorkomen, zoals straatnamen of beelden, te veranderen.”

De beste oplossing is volgens hem om die namen en standbeelden te laten staan en erover te praten. “Het is juist belangrijk om je aan sommige namen te stoten, dan komt daarover weer een discussie op gang. Zoals bijvoorbeeld over de panelen op de Gouden Koets met zwarte mensen in onderdanige posities. Door die koets een keer per jaar te laten rijden kun je daar met je kinderen een keer per jaar over discussiëren.”

BEKIJK OOK;

Deze Nederlandse standbeelden zijn ook omstreden

‘Straatnamen mogen best een beetje opvoeden’

Actiegroep bekladt VOC-monumenten in Hoorn

Mauritshuis doet onderzoek naar sla­ver­nij­ver­le­den

AD 17.01.2018 Hoewel het museum in Den Haag zijn naam dankt aan Johan Maurits, weet het weinig over de rol van de 17de-eeuwse gouverneur in de geschiedenis. Het Mauritshuis neemt historici in de arm om dat te onderzoeken.

© Beko/Wikimedia

De laatste jaren kreeg het Mauritshuis steeds vaker kritiek op de informatieverstrekking over het slavernijverleden van zijn naamgever. Mede hierdoor besloot het museum deze zomer een borstbeeld van de gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië uit de foyer te verwijderen. Dat nieuws leverde vorige week een storm aan kritiek op van mensen die dit zien als een knieval voor antiracisme-activisten. VVD en PVV kondigden zelfs Kamervragen aan.

Maurits liet het woonhuis bouwen terwijl hij zelf in Brazilië was. Het gebouw is al sinds de 19de eeuw een museum, met topschilderijen uit de Gouden Eeuw. Een woordvoerder van het Mauritshuis zegt verbaasd te zijn over de ophef. ,,Jammer dat nu het verkeerde beeld is ontstaan. Wij wilden juist een completere toelichting aan onze bezoekers geven over Maurits. Dat kon veel beter in het museum dan in de foyer. Bovendien gaat het niet om een origineel borstbeeld, maar om een kunststof replica.”

Het beeld is dan wel verdwenen naar het depot, maar er is volgens hem geen sprake van wissen van de geschiedenis. ,,We zijn niet van plan andere werken weg te halen die een link hebben met het slavernijverleden. De zeven portretten van Maurits in het museum blijven gewoon hangen, alleen ze zijn nu voorzien van een uitgebreidere, genuanceerdere toelichting.” Ook de website, rondleidingen en publicaties zijn aangepast.

Lees ook;

Wat doen we nu met Piet Hein?

Lees meer

Wie gaan er schuil achter De Grauwe Eeuw?

Lees meer

Amsterdamse school zegt besmette naam uit koloniaal verleden vaarwel

Lees meer

Taj Mahal onder vuur: ‘Haal hem weg’

Lees meer

Iconen

Zo probeert het museum in te spelen op het maatschappelijke debat over de rol van de iconen van de West-Indische Compagnie (WIC) en de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Althans, wat daarover bekend is. Het museum erkent eigenlijk niet veel te weten over zijn naamgever. ,,We weten weinig over de rol die hij speelde in de slavernij”, zegt de woordvoerder.

,,Historicus Piet Emmer zegt bijvoorbeeld dat Maurits weinig heeft verdiend aan slavernij, maar anderen stellen dat hij daarbij de waarde van de spin-off, zoals reparaties aan schepen, niet meerekent. Kortom, we weten het niet precies. Daarom roepen we de hulp in van historici van de Universiteit Leiden. De onderzoeksgroep wordt momenteel gevormd.”

De discussie over het koloniale verleden speelt ook in Amsterdam. Daar verandert de J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt, binnenkort haar naam. ,,Die strookt niet meer met onze kernwaarden”, zegt directeur Sylvie van den Akker. Historici zijn het vrijwel unaniem eens dat gouverneur J.P. Coen (1587-1629) in Nederlands-Indië een bloedig koloniaal bewind voerde, waardoor duizenden stierven.

Buste van Johan Maurits verbannen naar het depot: slavernijdebat gaf de doorslag

VK 17.01.2018 Tot september stond in de ontvangsthal van het naar hem genoemde Mauritshuis een borstbeeld van Johan Maurits. Nu is het verbannen naar het depot. Wat zit daarachter?

Al een maand of vier staat de buste van Johan Maurits van Nassau-Siegen – van 1637 tot 1644 gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië – niet meer in de ontvangsthal van het naar hem vernoemde Mauritshuis. Tamelijk onverhoeds en in stilte werd het overgebracht naar het depot. ‘Niemand heeft er bij mijn weten opmerkingen over gemaakt’, zegt hoofd marketing Koen Brakenhoff, staand op de plek waar de Oranjetelg tot september 2017 de bezoekers begroette.

Tot nu toe. Vorige week stelde kunsthistoricus en conservator Imara Limon in de Volkskrant goedkeurend vast dat het borstbeeld was verwijderd als verlaat blijk van afkeuring van het veronderstelde aandeel van Johan Maurits in de slavenhandel. Vervolgens wijdde NRC Handelsblad er een stukje aan, en verklaarde het Mauritshuis alsnog dat de ‘verplaatsing’ van de buste voortvloeide uit ‘de groeiende maatschappelijke discussie over hoe we in Nederland (en in musea) omgaan met het slavernijverleden’.

Het borstbeeld van Johan Maurits. © Beko / Wikimedia

Er is vorig jaar geen ruchtbaarheid aan gegeven omdat een museum zich nu eenmaal voortdurend aan veranderende maatschappelijke opvattingen aanpast, zegt Brakenhoff. ‘Daar zijn we een museum voor. We vinden het niet nodig om elke tussenstand breed uit te meten.’

Welnu: dat doen anderen wel voor hem. Gebruikers van de sociale media ontstaken in woede over de ‘beeldenstorm’ die zich in het Mauritshuis zou hebben voltrokken. De Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd met minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) over deze kwestie in de debat te gaan. ‘Er is een totaal verkeerde beweging gaande’, zei Laan in De Telegraaf. ‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid.’

Daarmee wordt de verwijdering van de buste ten onrechte gereduceerd tot een politiek gebaar, zegt Brakenhoff. ‘We hadden namelijk ook andere redenen voor haar verplaatsing. Het gaat om een replica van composietmarmer, naar het originele borstbeeld uit 1664. Voor ons is het meer een meubelstuk dan een kunstvoorwerp. Er waren dus ook geen sterke kunsthistorische argumenten voor de handhaving van zijn oorspronkelijke plek.’

Een beeld van Johan Maurits © Freek van den Bergh / de Volkskrant

MAATSCHAPPELIJK DEBAT

J.P. Coen

De J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt in Amsterdam, verandert binnenkort van naam. ‘Die strookt niet meer met de kernwaarden die wij hebben’, zegt directeur Sylvie van den Akker. Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in toenmalig Nederlands-Indië. Historici zijn het vrijwel unaniem met elkaar eens dat hij daar een bloedig koloniaal bewind voerde. ANP

Maar, geeft Brakenhoff toe, het maatschappelijk debat over het slavernijverleden gaf bij de beslissing de doorslag. Naast Imara Limon uitten Anousha Nzume, auteur van het boek Hallo witte mensen, en columnist Zihni Özdil – thans Kamerlid voor GroenLinks – kritiek op de ‘onzichtbaarheid van de schaduwkanten van de vaderlandse geschiedenis’ in het Mauritshuis.

‘Dat gaf ons wel te denken’, geeft Brakenhoff blijmoedig toe. ‘We waren heel lang zoekend naar een evenwichtige presentatie van onze collectie. Door de kritiek waaraan we kwamen bloot te staan, is dat proces in een stroomversnelling geraakt.’

Het resultaat heeft zelfs Zihni Özdil enigszins verrast. ‘Mij was het vooral te doen om aanpassing van de teksten bij de tentoongestelde stukken’, zegt hij, blauwbekkend zonder overjas voor het Mauritshuis. ‘Teksten waaruit blijkt dat Johan Maurits niet alleen een kunstminnende bestuurder was, maar dat hij zich ook verrijkte ten koste van tot slaaf gemaakte Afrikanen.

Maar van de verwijdering van standbeelden ben ik geen voorstander. Integendeel. Als je een standbeeld verwijdert, begraaf je het verleden in plaats van erover te praten.’

Dat is in het Mauritshuis niet gebeurd, verzekert Brakenhoff. ‘Het is zo jammer dat het nu om een verdwenen buste gaat terwijl er elders in het museum veel meer en veel evenwichtiger aandacht wordt besteed aan Johan Maurits.’ Daarbij doelt hij op de teksten van de audiotour die de licht- en schaduwkanten van de gouverneur belichten.

Hoe schaduwrijk de conduitestaat van Johan Maurits precies is, weet Brakenhoff ook niet. ‘We hebben historici van de Universiteit Leiden dan ook gevraagd zich nader te verdiepen in de rol die hij heeft gespeeld in Nederlands Brazilië, en dus ook in de slavernij.’

‘Maar Johan Maurits is kennelijk al schuldig verklaard’, concludeert emeritus hoogleraar Piet Emmer, wiens boek Het zwartwit-denken voorbij onlangs verscheen. ‘Getuige de verbanning van zijn buste naar het depot. Een vreemde geste van het Mauritshuis, want ik zie werkelijk niet in waarom Johan Maurits zou moeten worden gestraft.

Hij was geen eigenaar van een plantage of van een suikermolen, en hij heeft geen vermogen verdiend aan de slavenhandel, simpelweg omdat de West-Indische Compagnie daarop verlies leed. Hij kwam alleen niet op de gedachte de slavernij af te schaffen, maar daarin was Johan Maurits een kind van zijn tijd. Dat is geen vergrijp dat de verwijdering van zijn buste rechtvaardigt.’

Volg en lees meer over:  ‘S-GRAVENHAGE   SHOWBIZZ & CULTUUR   DEN HAAG   ZUID-HOLLAND   MUSEA & GALERIES   MAURITSHUIS

Buste van Johan Maurits verbannen naar het depot: slavernijdebat gaf de doorslag

VK 16.01.2018 Tot september stond in de ontvangsthal van het naar hem genoemde Mauritshuis een borstbeeld van Johan Maurits. Nu is het verbannen naar het depot. Wat zit daarachter?

Al een maand of vier staat de buste van Johan Maurits van Nassau-Siegen – van 1637 tot 1644 gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië – niet meer in de ontvangsthal van het naar hem vernoemde Mauritshuis. Tamelijk onverhoeds en in stilte werd het overgebracht naar het depot. ‘Niemand heeft er bij mijn weten opmerkingen over gemaakt’, zegt hoofd marketing Koen Brakenhoff, staand op de plek waar de Oranjetelg tot september 2017 de bezoekers begroette.

Tot nu toe. Vorige week stelde kunsthistoricus en conservator Imara Limon in de Volkskrant goedkeurend vast dat het borstbeeld was verwijderd als verlaat blijk van afkeuring van het veronderstelde aandeel van Johan Maurits in de slavenhandel. Vervolgens wijdde NRC Handelsblad er een stukje aan, en verklaarde het Mauritshuis alsnog dat de ‘verplaatsing’ van de buste voortvloeide uit ‘de groeiende maatschappelijke discussie over hoe we in Nederland (en in musea) omgaan met het slavernijverleden’.

Er is vorig jaar geen ruchtbaarheid aan gegeven omdat een museum zich nu eenmaal voortdurend aan veranderende maatschappelijke opvattingen aanpast, zegt Brakenhoff. ‘Daar zijn we een museum voor. We vinden het niet nodig om elke tussenstand breed uit te meten.’

Welnu: dat doen anderen wel voor hem. Gebruikers van de sociale media ontstaken in woede over de ‘beeldenstorm’ die zich in het Mauritshuis zou hebben voltrokken. De Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd met minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) over deze kwestie in de debat te gaan. ‘Er is een totaal verkeerde beweging gaande’, zei Laan in De Telegraaf. ‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid.’

Daarmee wordt de verwijdering van de buste ten onrechte gereduceerd tot een politiek gebaar, zegt Brakenhoff. ‘We hadden namelijk ook andere redenen voor haar verplaatsing. Het gaat om een replica van composietmarmer, naar het originele borstbeeld uit 1664. Voor ons is het meer een meubelstuk dan een kunstvoorwerp. Er waren dus ook geen sterke kunsthistorische argumenten voor de handhaving van zijn oorspronkelijke plek.’

Het beeld van Johan Maurits © Freek van den Bergh / de Volkskrant

MAATSCHAPPELIJK DEBAT

J.P. Coen

De J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt in Amsterdam, verandert binnenkort van naam. ‘Die strookt niet meer met de kernwaarden die wij hebben’, zegt directeur Sylvie van den Akker. Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in toenmalig Nederlands-Indië. Historici zijn het vrijwel unaniem met elkaar eens dat hij daar een bloedig koloniaal bewind voerde. ANP

Maar, geeft Brakenhoff toe, het maatschappelijk debat over het slavernijverleden gaf bij de beslissing de doorslag. Naast Imara Limon uitten Anousha Nzume, auteur van het boek Hallo witte mensen, en columnist Zihni Özdil – thans Kamerlid voor GroenLinks – kritiek op de ‘onzichtbaarheid van de schaduwkanten van de vaderlandse geschiedenis’ in het Mauritshuis.

‘Dat gaf ons wel te denken’, geeft Brakenhoff blijmoedig toe. ‘We waren heel lang zoekend naar een evenwichtige presentatie van onze collectie. Door de kritiek waaraan we kwamen bloot te staan, is dat proces in een stroomversnelling geraakt.’

Het resultaat heeft zelfs Zihni Özdil enigszins verrast. ‘Mij was het vooral te doen om aanpassing van de teksten bij de tentoongestelde stukken’, zegt hij, blauwbekkend zonder overjas voor het Mauritshuis. ‘Teksten waaruit blijkt dat Johan Maurits niet alleen een kunstminnende bestuurder was, maar dat hij zich ook verrijkte ten koste van tot slaaf gemaakte Afrikanen.

Maar van de verwijdering van standbeelden ben ik geen voorstander. Integendeel. Als je een standbeeld verwijdert, begraaf je het verleden in plaats van erover te praten.’

Dat is in het Mauritshuis niet gebeurd, verzekert Brakenhoff. ‘Het is zo jammer dat het nu om een verdwenen buste gaat terwijl er elders in het museum veel meer en veel evenwichtiger aandacht wordt besteed aan Johan Maurits.’ Daarbij doelt hij op de teksten van de audiotour die de licht- en schaduwkanten van de gouverneur belichten.

Hoe schaduwrijk de conduitestaat van Johan Maurits precies is, weet Brakenhoff ook niet. ‘We hebben historici van de Universiteit Leiden dan ook gevraagd zich nader te verdiepen in de rol die hij heeft gespeeld in Nederlands Brazilië, en dus ook in de slavernij.’

‘Maar Johan Maurits is kennelijk al schuldig verklaard’, concludeert emeritus hoogleraar Piet Emmer, wiens boek Het zwartwit-denken voorbij onlangs verscheen. ‘Getuige de verbanning van zijn buste naar het depot. Een vreemde geste van het Mauritshuis, want ik zie werkelijk niet in waarom Johan Maurits zou moeten worden gestraft.

Hij was geen eigenaar van een plantage of van een suikermolen, en hij heeft geen vermogen verdiend aan de slavenhandel, simpelweg omdat de West-Indische Compagnie daarop verlies leed. Hij kwam alleen niet op de gedachte de slavernij af te schaffen, maar daarin was Johan Maurits een kind van zijn tijd. Dat is geen vergrijp dat de verwijdering van zijn buste rechtvaardigt.’

Volg en lees meer over:  MUSEA & GALERIES   MAURITSHUIS   ZUID-HOLLAND   ‘S-GRAVENHAGE   DEN HAAG   SHOWBIZZ & CULTUUR

‘Politiek correcte beeldenstorm’: jacht op koloniale beelden en namen laait op

Elsevier 16.01.2018 De jacht op politiek incorrecte namen en beeltenissen is hervat. Afgelopen weekeinde werd bekend dat het Haagse museum het Mauritshuis een buste van Johan Maurits weghaalde uit de foyer, en dinsdag kondigt de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan zijn naam te veranderen.

Directeur Sylvie van den Akker bevestigt aan De Telegraaf dat de naam van de school wordt veranderd vanwege het koloniale verleden van naamgever Johannes Pieterszoon Coen. Reden is ook dat de school de ‘eerste Unesco-school’ is in Amsterdam. ‘We vinden dat Coen daar niet bij past. (…) Hij heeft natuurlijk veel mensen vermoord. Daar voelen wij ons niet meer senang bij,’ aldus Van den Akker.

Belangrijk is daarbij de relatie met Unesco. ‘Vrede, wereldburgerschap, mensenrechten, intercultureel leren en duurzaamheid’ zijn volgens Van den Akker thema’s die de school hoog in het vaandel heeft staan. Vanwege de verschillende nationaliteiten en culturen op de school, moet die een andere naam hebben, vindt de directie. Wel wordt erover gedacht om het element ‘Coen’ te behouden omdat de school daaronder bekend is en een goed imago heeft.

Buste Maurits weggehaald uit Mauritshuis

Dit weekend bleek tevens dat het Mauritshuis afgelopen september een kunststof borstbeeld van Johan Maurits van Nassau-Siegen uit zijn foyer verwijderde. Reden is ‘de groeiende maatschappelijke discussie’ over het slavernijverleden van Nederland en ‘een grotere bewustwording over het slavernijverleden van Maurits’.

Eerder in Elsevier Weekblad; Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Maurits, achterneef van Willem van Oranje, was van 1637 tot 1644 in dienst van de West-Indische Compagnie en persoonlijk betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel. Volgens een woordvoerder van het Mauritshuis was er bij de buste in de foyer een zeer summiere uitleg, waarbij de context zou ontbreken. Het Mauritshuis kreeg daar kritiek op, onder anderen van GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil. Hij vond dat het museum de rol van Maurits bij het Nederlandse slavernijverleden ‘wegpasteuriseerde’.

Het Mauritshuis benadrukt dat de portretten van Maurits niet zijn verwijderd uit het museum. Wel worden bij een portret en een beeldje de teksten aangepast.

‘We importeren Amerikaanse trend tot overgevoeligheid’

De VVD en PVV hekelen de beslissing van het Mauritshuis. De twee partijen willen toelichting van minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Cultuur. Het weghalen van de Maurits-buste is volgens VVD-Kamerlid Antoinette Laan ‘slecht, verkeerd en onderdeel van een trend.’ Volgens haar is een ‘totaal verkeerde beweging gaande’.

‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid. Wat is de volgende stap? Gaan we alle standbeelden voortaan binnen neerzetten, zodat ze binnen een “context” kunnen worden geplaatst,’ aldus Laan tegen De Telegraaf.

Ook PVV-Kamerlid Martin Bosma reageert verbolgen op het besluit. Hij noemt het weghalen van het borstbeeld ‘totaal idioot’ en onderdeel van een ‘politiek correcte beeldenstorm zonder eind tegen onze geschiedenis en onze cultuur’.

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With bekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoornbekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

   Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

Opinie – Wie zich niet schaamt voor Nederlands verleden kent de slavenkastelen in Ghana niet

VK 12.01.2018 Nederland heeft zich in Ghana aan misdaden tegen de menselijkheid schuldig gemaakt

Historicus Hubert JMW Peters schrijft dat hij geen schuld of schaamte draagt voor de daden van onze 17de-eeuwse voorouders. Hoog tijd, meneer Peters, dat u eens iets leest over de Hollandse slavenkelders in Ghana.

Afgelopen maand bezocht ik in Ghana zowel Elmina Castle als Cape Coast Castle – twee slavenforten die in de 17de eeuw in bezit waren van Nederland. Helaas weten maar heel weinig Nederlanders van ons koloniale verleden op het Afrikaanse continent; we horen er zelden over.

De aan elkaar geketende slaven stonden er wekenlang in hun eigen uitwerpselen, de poep tot boven hun knieën

Tussen 1637 en 1814 werden er in Elmina Castle, onder auspiciën van de West-Indische Compagnie, per jaar zo’n 30 duizend mensen verhandeld. In de kerkers onder dit fort, in bedompte ruimtes van zo’n 6 bij 12 meter groot, propten de Nederlanders zo’n duizend Afrikanen op elkaar; een onvoorstelbare hoeveelheid mensen voor zo’n ruimte.

Toen ik de kerker bezocht, stonk het er naar kattenpies. En dat was al een ondraaglijke stank. De gevangenen van onze Hollandse voorouders stonden hier minstens zes weken lang aan elkaar vastgeketend, voordat zij werden verkocht en verscheept naar de ‘Nieuwe Wereld’. Velen van hen stierven dan ook.

In de jaren zeventig deden de universiteit van Syracuse (Verenigde Staten) en de universiteit van Ghana gezamenlijk onderzoek naar de muren van deze Hollandse slavenkelders in Ghana. Op de muren vonden de wetenschappers resten uitwerpselen tot zo’n 60 cm boven de vloer, de hele kerker rond.

Conclusie: de aan elkaar geketende slaven stonden er wekenlang in hun eigen uitwerpselen, de poep tot boven hun knieën. De universiteit van Ghana hield er onlangs nog met vrijwilligers een experiment. Hoe is het om in zo’n kerker, zonder wc, aan elkaar geketend te zijn? Na zes uur werd het onderzoek gestaakt. Reden? Het was absoluut ondraaglijk.

Elmina Castle ©

Maar dit was niet de meest mensonterende kerker van het Nederlandse slavenfort. Dat was namelijk de kerker van de terdoodveroordeelden. Achter een kleine deur, met daarboven een wandplaat met een doodshoofd en botten, sloten onze voorouders hun ‘opstandige’ gevangenen op. Zij stierven er, zonder licht, water of eten, een gruwelijke, langzame dood. Nieuwe ‘opstandigen’ werden tussen de stervende en al dode mensen gegooid.

In de granieten vloer van deze ruimte kerfden de gevangenen diepe groeven met hun ketens, je ziet er rechte lijnen en cirkels. Een soort doodskunst: uitingen van totale wanhoop en leed. De Hollanders, altijd zuinig, ruimden de kerker pas als iedereen dood was. Kunt u zich dit voorstellen, meneer Peters, zonder dat u zich schaamt?

Boven deze kerkers staat de Hollandse Gereformeerde kerk. De stank uit de kerkers moet in de kerk te ruiken zijn geweest. Maar in de kerk hangt een haast serene wandplaat die De Heere en zijn woonplaats in het paradijs beschrijft. Weer boven deze kerk is het appartement van de Hollandse gouverneur.

Wanneer hij maar wilde, koos hij een vrouw uit de vrouwenkerker, door lokale Nederlanders ‘Het Hoerenhol’ genoemd. De Nederlanders creëerden in Ghana hun eigen versie van hemel en hel.

Hans Broek werkt aan een expositie over ons slavernijverleden ©

Nederland heeft zich met de slavenhandel eeuwenlang schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid. Het zou goed zijn als de heer Peters, historicus van beroep, zich hierin wat meer zou verdiepen. Nog beter is het dat de Nederlandse regering haar koloniale geschiedenis zou (er)kennen, en excuses zou maken aan de nakomelingen van de slachtoffers van zulk diep menselijk leed.

Misschien hoeven we ons dan ooit wat minder te schamen – als natie en als burger.

Hans Broek werkt aan een expositie over ons slavernijverleden.

Volg en lees meer over:  OPINIE  GHANA

Queen Elizabeth leent Hollandse meesters aan het Haags museum Mauritshuis september 29, 2016

Posted by jandewandelaar in Uncategorized.
Tags: , , , , ,
add a comment

Queen Elizabeth leent ons Hollandse meesters

Trouw 28.09.2016 Wat zouden de favoriete schilderijen zijn van de Britse koningin Elizabeth? Zou ze stiekem gniffelen om de dronkemanstaferelen van Jan Steen? Raakt ze ontroerd door het ragfijne portretje van Gerrit Dou van een meisje dat uien hakt? En waar zouden prins Charles en zijn echtgenote Camilla graag naar kijken? Misschien wel naar dat erotische schilderij van Jan Steen van een vrouw die op bed haar sok uittrekt.

Deze geheimen van Buckingham Palace worden niet ontsluierd op de tentoonstelling in het Mauritshuis van topstukken uit de collectie van het Britse koningshuis. Maar de 22 schilderijen die er hangen, maken wel duidelijk dat de Britse Royal Collection er een van wereldklasse is. Alleen al ‘De muziekles’ van Johannes Vermeer is een reis naar het Mauritshuis waard.

Er wordt weleens een enkel schilderij uitgeleend uit de Britse koninklijke collectie, een van de laatst overgebleven Europese koninklijke verzamelingen. Maar nog nooit waren er hier zoveel tegelijk te zien. Het zijn allemaal genrestukken, voorstellingen uit het dagelijks leven, afgebeeld door bekende schilders uit de Hollandse Gouden Eeuw, van Jan Steen en Johannes Vermeer tot Pieter de Hooch, Gerrit Dou en Gabriël Metsu.

Hoe kregen ze dit voor elkaar in het Mauritshuis? “Omdat we veel met elkaar gemeen hebben”, zegt directeur Emilie Gordenker. De Royal Collection en het Mauritshuis zijn beide koninklijke verzamelingen met topstukken van Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw. Koning George IV kocht begin negentiende eeuw veel schilderijen aan. In Nederland waren stadhouders Willem IV en V de grondleggers van de verzameling in het Mauritshuis.

Wat ook helpt, is dat Gordenker ‘de juiste man op de juiste plek’ kent. Ze heeft eerder samengewerkt met Desmond Shawe-Taylor, de conservator van de Royal Collection.

© TRBeeld.

‘De muziekles’ van Johannes Vermeer

Die verzameling omvat ruim zevenduizend schilderijen, waaronder 306 van Hollandse meesters. De kunstwerken zijn verspreid over dertien paleizen in Engeland en Schotland, waartussen ze rouleren. Voor het publiek zijn er regelmatig wisseltentoonstellingen.

Het Mauritshuis koos voor genrestukken, omdat die toegankelijk zijn voor een breed publiek en gewoon leuk om naar te kijken. Het zijn taferelen uit het alledaagse leven, van eenvoudige boeren in een herberg tot rijke mensen in chique interieurs. Ze zitten vol erotische symboliek of hebben een moralistische boodschap. Bij Jan Steen ligt die er vaak duimendik op, met zijn hitsige taferelen van mannen die vrouwen dronken voeren, vechtende boeren en joelende vrouwen bij een bordeel. Dat lichamelijk genot vergankelijk is, maakt hij duidelijk door bijvoorbeeld een schedel af te beelden en een luit met een gebroken snaar.

Op andere schilderijen is de boodschap meer verhuld. Zo kan een kous of sok een aanduiding zijn voor het vrouwelijke geslachtsdeel en het schilderij een amoureuze lading geven, zeker als de vrouw die uittrekt. Voor alle duidelijkheid schilderde Jan Steen daarom ook striemen op de kuiten van de vrouw. Op de tentoonstelling hangt – heel attent – een lijstje met zaken waar de bezoeker op moet letten om verborgen boodschappen te doorgronden.

‘Hollanders in huis: Vermeer en tijdgenoten uit de Britse Royal Collection’, t/m 8 januari in het Mauritshuis in Den Haag.

Britse koningin leent 22 Hollandse werken uit

AD 27.09.2016 Een bijzondere expositie opent donderdag in het Mauritshuis in Den Haag. Het Britse koningshuis leent maar liefst 22 Hollandse schilderijen uit die deel uitmaken van de befaamde Royal Collection. Volgens museumdirecteur Emilie Gordenker is het zeer uitzonderlijk dat er zoveel werken in één keer het land verlaten.

Ze lenen wel eens één of twee werken uit, maar een hele tentoonstelling komt bijna nooit voor, aldus Emilie Gordenker.

,,Ze lenen wel eens één of twee werken uit, maar een hele tentoonstelling komt bijna nooit voor. Voor zover ik weet is het één keer eerder gebeurd voor een expositie in Brussel.” Het Mauritshuis heeft voor de tentoonstelling, ‘Hollanders in huis: Vermeer en tijdgenoten uit de Britse Royal Collection’ genoemd, nauw samengewerkt met de Britten. Te zien zijn genrestukken; voorstellingen uit het dagelijks leven. Het gaat om werk van bekende schilders als Pieter de Hooch, Jan Steen, Gabriël Metsu, Gerrit Dou en Gerard ter Borch. Bezoekers krijgen een beeld van de vele verschijningsvormen van het genrestuk en de prikkelende symboliek die in deze schilderijen verborgen kan liggen.

De hertogin van Cambridge Kate Middleton komt op 11 oktober naar het museum. Tijdens het bezoek zal directeur Emilie Gordenker haar koninklijke gast langs enkele topstukken van het Mauritshuis leiden. De hertogin brengt ook een bezoek aan de kunstwerkplaats van het Mauritshuis waar kinderen een workshop schilderen krijgen. Tot besluit krijgt zij een rondleiding door de tentoonstelling Hollanders in Huis.

De Muziekles van Johannes Vermeer wordt recht gehangen tijdens de opbouw van de tentoonstelling Hollanders in huis: Vermeer en tijdgenoten uit de Britse Royal Collection in het Mauritshuis. © anp

Verzameling
De Royal Collection, die koningin Elizabeth beheert, behoort tot de grootste en belangrijkste kunstverzamelingen in de wereld. Het is een van de laatst overgebleven Europese koninklijke verzamelingen. De Engelse koning George IV heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de collectie, die ruim driehonderd Nederlandse werken telt.

Hoogtepunt van de tentoonstelling is volgens het Mauritshuis ‘De muziekles’ (1660-1662) van Johannes Vermeer. Volgens Gordenker is zijn werk zeldzaam, omdat er maar 36 schilderijen bewaard zijn gebleven. ,,Dit is een van zijn allermooiste.” Een ander topstuk is ‘Vrouw in een slaapkamer’ (1663) van Jan Steen, dat vooraf samen met vier andere doeken deel uitmaakte van een onderzoek naar de ontwikkeling van deze populaire kunstenaar uit de Gouden Eeuw. Zo werd ontdekt dat Steen hierbij erg heeft geworsteld met de tegelvloer, liet Gordenker weten.

Het Mauritshuis verwacht veel belangstelling voor de expositie, die tot en met 8 januari is te zien. Daarom is het nu voor het eerst mogelijk een kaartje vooraf te reserveren. Deze plekken zijn alleen beschikbaar vanaf 15.00 uur ’s middags.

Ook werken zichtbaar uit depot Haagse Mauritshuis februari 3, 2016

Posted by jandewandelaar in mauritshuis.
Tags: , ,
add a comment

‘Wat hangt er eigenlijk in het depot?’ Het is een vraag die de medewerkers van Het Mauritshuis vaak krijgen. Om de nieuwsgierige kunstliefhebbers niet langer in spanning te houden, krijgen 52 schilderijen uit het depot nu een tijdelijke plek in het museum. 

Continu staan er zo’n 300 schilderijen achter gesloten deuren in het depot van het Mauritshuis in Den Haag. Reden hiervoor is dat het museum niet groot genoeg is om alle stukken te laten zien. Voor de expositie Hoogte- en dieptepunten uit het depot worden de deuren toch een keer geopend. De ‘verborgen schatten’ van het Mauritshuis zijn van 4 februari tot en met 8 mei te zien in het museum.

De tentoonstelling is van 4 februari tot en met 8 mei 2016 te bezoeken. 

OBJECTEN UIT ‘MAGAZIJN’ IN MAURITSHUIS

hier

 

Collectie musea blijft vooral in depots

Telegraaf 19.02.2016 Wat musea in hun eigen collectie laten zien, is slechts een fractie van wat ze in huis hebben. 90 procent van de museale kunstcollecties bevindt zich in uitdijende depots. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.

In tien jaar tijd hebben 41 publieke musea met een kunstverzameling gemiddeld minder dan een vijfde van hun collectie getoond. Het totaal aantal collectiestukken is daarentegen in drie decennia bijna verdubbeld. Jaarlijks tonen de musea gemiddeld 7,7 procent van hun verzameling.

Het onderzoek van de krant betreft een vragenlijst. Aan zeventig kunstinstellingen is gevraagd die in te vullen, bijna 60 procent deed dat.

Musea laten slechts fractie van eigen collectie zien

VK 19.02.2016 Wat musea van hun eigen collectie laten zien, is slechts het topje van een ijsberg. In tien jaar tijd hebben 41 publieke musea met een kunstverzameling gemiddeld minder dan eenvijfde van hun collectie getoond. Het totaal aantal collectiestukken is in drie decennia bijna verdubbeld. Steeds vaker klinkt de kritiek dat te veel kunst ongezien blijft, doordat werken het depot niet uitkomen.

Jaarlijks tonen de musea gemiddeld 7,7 procent van hun verzameling. Meer kan volgens hen niet vanwege gebrek aan expositieruimte. Wel is – omdat ze exposities wisselen en vaak ook stukken in hun permanent getoonde collectie omruilen – de score over tien jaar meer dan twee keer zo hoog.

De cijfers zijn af te leiden uit de antwoorden die de musea hebben gegeven op een vragenlijst van de Volkskrant. Zeventig kunstinstellingen waren verzocht die in te vullen, bijna 60 procent deed dat. De grote musea zijn goed vertegenwoordigd: van de 15 best bezochte musea in 2014 deden er twaalf mee.

De 41 musea die de enquête invulden, bezaten eind dat jaar gezamenlijk 3,4 miljoen collectiestukken. In 1985 waren dat er 1,8 miljoen. De groei is wel afgevlakt. De musea geven aan dat zij minder snel stukken accepteren dan vroeger, ook omdat zij zich meer bewust zijn geworden van de kosten om die te bewaren.

In de schatkamer van het Rijksmuseum

Een depot zo groot als een voetbalveld, met kunst die de bezoeker vermoedelijk nooit te zien zal krijgen. Wim Hoeben, hoofd beheer en behoud, leidt ons rond door de opslag van het Rijksmuseum. Bekijk het hier.

In het Drents Museum werden in 2014 honderd stukken vernietigd, maar die waren volgens de kunstinstelling bewust onder slechte omstandigheden bewaard vanwege hun geringe waarde © ANP

De museumwereld lijkt zich het verwijt aan te trekken dat veel kunst uit de eigen verzameling ongezien blijft. Zo mogen bekende Nederlanders geregeld grasduinen in de opslagplaatsen van musea voor een tentoonstelling, zoals het Pop-Up Museum van De Wereld Draait Door. Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam hoopt in 2018 het revolutionaire ‘Collectiegebouw’ te openen, een depot dat toegankelijk is voor (betalende) bezoekers.

In de afgelopen tien jaar zijn een kleine tweehonderd collectiestukken weggegooid vanwege een slechte staat. Honderd stukken werden in 2014 vernietigd door het Drents Museum, maar die waren volgens de kunstinstelling bewust onder slechte omstandigheden bewaard vanwege hun geringe waarde.

Zelfs als collectiestukken genoeg waarde hebben om te kunnen worden geveild, zijn de kosten van het afstoten vaak hoger dan de opbrengsten.

Gemiddeld hebben de 41 musea drie depots. Vijf van de ondervraagde kunstinstellingen hebben zelfs zeven depots of meer. Uit kostenoverwegingen gaan musea steeds vaker opslagruimtes delen. Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft met drie andere instellingen vergevorderde plannen om een ‘Collectie Centrum Nederland’ te bouwen. In Friesland wordt deze zomer een nieuw depot in gebruik genomen waarin vijf musea uit de provincie hun niet tentoongestelde collectiestukken zullen opslaan.

Dan wordt ook duidelijker wat de dubbelingen in deze verzamelingen zijn. De minst gave exemplaren worden ‘ontzameld’ (afgestoten). Alle ondervraagde musea geven aan dat ze ontzamelen. Maar zelfs als collectiestukken genoeg waarde hebben om te kunnen worden geveild, zijn de kosten van het afstoten vaak hoger dan de opbrengsten. De 60 duizend voorwerpen die in de afgelopen vijf jaar zijn ontzameld, brachten gemiddeld minder dan twee euro per stuk op. Meerdere musea geven aan dat zij de regels over het ontzamelen te streng vinden als het gaat om collectiestukken die weinig waarde hebben.

Musea klagen ook dat het op internet zetten van hun verzameling duur is, terwijl de digitale ontsluiting juist tegemoet komt aan de kritiek dat veel in het museumdepot ongezien blijft. Vooral kleinere musea stellen door de hoge fotografiekosten er lange tijd over te doen om hun collectie op internet te zetten. De 41 musea hebben nu gemiddeld de helft van hun verzameling online staan.

musea en galerieën;

‘Alles voor de conditie’

De wondere wereld van het museumdepot

Musea laten slechts fractie van eigen collectie zien

Wat doen musea met hun depots?

Rembrandts naakte waarheid diende hoger doel

Bekijk hele lijst

Verloren kunstschatten in depots musea, hoe kan dat?

AD 04.02.2016 Een gevoel van euforie, zo blij als een kind zijn, en toch ook een zekere angst. Klopt het wel wat we nu ontdekt hebben? Het zijn de emoties die onderzoekers en conservatoren in Nederlandse musea voelen bij het terugvinden van uit beeld geraakte kunstwerken. Vaak liggen de schatten gewoon te verstoffen in depots. Hoe kan dat toch?

Er werd toevallig een aantal andere schilderijen met röntgentechniek onderzocht en er was nog even tijd om een opname te maken van dit werk, aldus Conservator Edwin Buijsen van het Mauritshuis.

De vraag komt aan de orde bij een tentoonstelling die vanaf vandaag te zien is in het Mauritshuis. Met de expositie ‘Hoogte- en dieptepunten uit het depot’ toont conservator Edwin Buijsen kunstwerken die normaal gesproken voor het publiek verborgen blijven. Omdat ze niet bij een thema passen, er geen ruimte is of omdat ze gewoon lelijk zijn. De voorbereidingen op de expositie leverde Buijsen deze dagen plots een heuse ontdekking op.

,,Het gaat om een schilderij dat in 1821 door koning Willem I werd gekocht. Hij dacht een Raphaël te kopen, maar dat bleek al snel niet het geval. Het werd afgeserveerd en verdween in het depot. Ik wilde het nu als dieptepunt selecteren in de tentoonstelling. Het is niet zo mooi, we zitten er mee in onze maag, dat idee.”

Voorafgaand aan de expositie werd het werk door restaurateurs nader onderzocht. ,,Er werd toevallig een aantal andere schilderijen met röntgentechniek onderzocht en er was nog even tijd om een opname te maken van dit werk. Er waren patronen te zien die typerend zijn voor goudleer, maar die later zijn overschilderd. Volgens experts bijzonder, omdat er nauwelijks figuurstukken op goudleer uit de zestiende eeuw bewaard zijn gebleven. Het dieptepunt bleek een unicum.”

Toeval
De manier waarop de ontdekking tot stand kwam, blijkt exemplarisch. Deze week werd de ontdekking van De verzoeking van de heilige Antonius van schilder Jeroen Bosch breed uitgemeten in landelijke media. Het werk lag decennialang beschadigd in een depot in Kansas en werd gezien als het werk van een navolger van Bosch. Ten onrechte, zo bleek uit infraroodonderzoek, nadat het onderzoeksteam door een amateuronderzoeker op het paneel was gewezen, zegt hoogleraar Jos Koldeweij.

Friso Lammertse, conservator van het Boijmans van Beuningen in Rotterdam, noemt de ontdekking van een beeldhouwwerk van Verrocchio als zijn grootste herontdekking. Hij begeleidde het schrijven van een nieuwe catalogus waarbij men dacht met een beeldhouwwerk uit de 19de eeuw van doen te hebben. ,,Het bleek uit het atelier van de Italiaan te komen, uit de 15de eeuw.”

Het ontbreekt ons aan de mankracht om elk kunstwerk in het depot grondig te onderzoeken, aldus Conservator Friso Lammertse van het Boijmans.

Mankracht
Een bijzondere ontdekking. Maar tegelijkertijd vroeg Lammertse zich af: ‘hadden we dit niet eerder moeten ontdekken?’ In het depot van het Boijmans liggen tienduizenden stukken. ,,Natuurlijk, ik ken globaal elk werk uit mijn vakgebied en alles is min of meer omschreven, maar dat kan nog veel beter. Het ontbreekt ons aan de mankracht om elk kunstwerk in het depot grondig te onderzoeken.”

Lammertse en Koldeweij noemen ook de technologie die zich verder ontwikkelt. De mogelijkheid tot het doen van infrarood- en röntgenonderzoek maakt herontdekkingen mogelijk. Toch blijven die ontdekkingen vaak afhankelijk van toeval. En ook na de euforie van een ontdekking blijft enige onzekerheid. Koldeweij: ,,Als je naar buiten treedt, moet je zo zeker mogelijk zijn van je zaak. Veel werken hebben geen handtekening, en zelfs een handtekening kan van een leerling zijn.”

Vijf verrassende ontdekkingen

‘Vrouwelijke figuur’ (Een godin?). Figuurstuk op goudleer. Van anoniem Italiaans kunstenaar (c. 1500-1550?). Ontdekt in depot van het Mauritshuis, Den Haag. Ontdekt in voorbereiding op tentoonstelling. Ontdekking naar buiten gebracht op 2 februari 2016. © Mauritshuis.

 ‘De verzoeking van de heilige Antonius’. Van Jeroen Bosch (c. 1450-1516). Ontdekt in depot van het Nelson Atkins Museum of Art, Kansas. Ontdekt na tip van amateuronderzoeker. Ontdekking naar buiten gebracht op 1 februari 2016. © The Nelson-Atkins Museum of Art.

 ‘Madonna met kind’. Van Lucas van Leyden (1494-1533). Ontdekt door conservator Matthias Ubl. ,,Het was beschadigd en werd toegeschreven aan een navolger van Van Leyden. Maar sommige stukken waren zo fraai, dat ik nader onderzoek ging doen en uiteindelijk mijn meerderen heb kunnen overtuigen van het nut van restaureren. We hadden uiteindelijk zoveel aanwijzingen, het moet wel van hem zijn.” Ontdekking in december 2015 naar buiten gebracht. © Rijksmuseum.

 ‘Symphony in white. Van James McNeill Whistler (1834-1903). Ontdekt in depot van Singer Museum, Laren. Er was twijfel McNeill Whistler de schilder was. Na onderzoek bleek dit toch het geval. Ontdekking naar buiten gebracht in oktober 2015. © Singer Museum Laren.

‘Hoofd van Christus’. Uit het atelier van Andrea Verrocchio (c. 1435-1488). Ontdekt in depot van Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam. Ontdekking in jaren negentig van vorige eeuw. © Boijmans van Beuningen .

Lees ook

Andy Warhol’s portret van Beatrix even uit depot Mauritshuis

Den HaagFM 02.02.2016 Het portret dat Andy Warhol’s maakte van Koningin Beatrix is uit het depot van het Mauritshuis gehaald en is de komende tijd door iedereen te zien. Tot en met 8 mei laat het museum ruim vijftig schilderijen zien die normaal in het depot liggen.

Sommige schilderijen staan op depot wegens plaatsgebrek, maar er zijn ook flink wat werken die gewoon het tonen niet waard zijn. De hoogtepunten worden dus getoond, maar óók de dieptepunten. In de tentoonstelling wordt antwoord gegeven op veel gestelde vragen als: wat voor soort schilderijen hangen er in het depot, hoe komen ze daar terecht en waarom hangen ze niet op zaal?

Van de ongeveer 850 collectiestukken – grotendeels schilderijen – worden er zo’n 250 permanent tentoongesteld in het Mauritshuis zelf en nog eens 150 in de Galerij Prins Willem V. Daarnaast zijn er 150 in langdurig bruikleen gegeven aan musea in binnen- en buitenland. Slechts 300 werken worden achter gesloten deuren bewaard in het depot. …lees meer

‘Slechte’ schilderijen uit depot Mauritshuis niet langer verborgen gehouden

RTVWEST 02.02.2016 Ze zijn te groot, in te slechte staat of simpelweg niet goed genoeg: de schilderijen in het depot van Het Mauritshuis in Den Haag. Het depot is strikt verboden voor bezoekers, maar nu kunnen kunstliefhebbers eindelijk de lang verborgen schilderijen bekijken. Aanstaande donderdag wordt namelijk de tentoonstelling ‘Hoogte- en dieptepunten uit het depot’ geopend.

‘Wat hangt er eigenlijk in het depot?’ Het is een vraag die de medewerkers van Het Mauritshuis vaak krijgen. Om de nieuwsgierige kunstliefhebbers niet langer in spanning te houden, krijgen 52 schilderijen uit het depot nu een tijdelijke plek in het museum.

LEES OOK: Karel Appel Retrospectief in het Gemeentemuseum Den Haag: ‘De energie spat van het doek af’

Zo is er Simeon met het kind Jezus van een anonieme schilder te bewonderen. Een schilderij dat volgens conservator Edwin Buijsen absoluut een van de dieptepunten van de collectie is. ‘Als je daarmee naar Kunst & Kitsch gaat, wordt niemand daar echt vrolijk van’, aldus Buijsen. Het is onbekend hoe het schilderij in de collectie is gekomen. ‘Maar we doen het niet weg. Je weet maar nooit.’

Veel te veel schilderijen
Naast niet zo goed gelukte schilderijen hangen er ook schilderijen waarvan er teveel zijn. Zo schilderde de Haagse schilder Jan van Ravesteyn ooit vierentwintig portretten van officieren. Die zijn nu allemaal te bewonderen op de tentoonstelling.
De tentoonstelling is van 4 februari tot en met 8 mei 2016 te bezoeken.

Meer over dit onderwerp: Mauritshuis Schilderijen Museum Depot SchilderijKunst

 

17e eeuwse selfies bij het Haagse Mauritshuis juli 24, 2015

Posted by jandewandelaar in Uncategorized.
Tags: , , ,
add a comment

‘Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw’.

Hoe zagen Nederlandse schilders er in de zeventiende eeuw zelf uit? Het Mauritshuis in Den Haag geeft vanaf 8 oktober antwoord op die vraag met de tentoonstelling Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw.

Met 27 schilderijen geeft het museum een beeld van de verschillende soorten zelfportretten in die tijd, zoals portretten als ‘heer van stand’, zelfportretten met familieleden en zelfportretten met beroepsattributen (een palet, penseel of schildersezel).

17e eeuwse selfies bij Mauritshuis Den Haag

RTVWEST 23.07.2015 Het Mauritshuis in Den Haag laat in het najaar zien dat selfies van alle tijden zijn. Het museum organiseert dan een tentoonstelling met zelfportretten van Nederlandse kunstenaars in de Gouden Eeuw.

Vanaf oktober kunnen bezoekers 27 verschillende zelfportretten bekijken van onder meer Jan Steen, Rembrandt, Carel Fabritius en Gerrit Dou. Volgens het museum schilderden veel Nederlandse kunstenaars een portret van zichzelf in de zeventiende eeuw, meer dan enig ander land.

LEES OOK: ‘Unieke vondst’; onbekend schilderij Mesdag ontdekt zo groot als een luciferdoosje

Het gemak waarmee vandaag de dag een zelfportret wordt gemaakt, was in de Gouden Eeuw echter nog ondenkbaar. De enige techniek om toen een selfie te maken was de teken- of schilderkunst. Daarvoor was een lange opleiding nodig en grote technische vaardigheid. Om die reden was het maken van een zelfportret destijds nog het exclusieve domein van de kunstenaar.

Selfie met Meisje met de Parel

Het Mauritshuis stond al eerder in het teken van selfies. Eind vorig jaar gingen tientallen bezoekers van het museum op de foto met het Meisje met de Parel.

LEES OOK: Iedereen ♥ Het Meisje met de Parel, van Vermeer in het Mauritshuis

Het museum was minder enthousiast over de selfies. Begin dit jaar deed het museum de selfiestick in de ban. Kunstwerken zouden door de sticks beschadigd kunnen raken. Ook hebben omstanders last van bezoekers die de stick gebruiken voor ene selfie.  Lees verder

gerelateerde artikelen

Selfies uit de Gouden Eeuw in het Mauritshuis

Den HaagFM 23.07.2015 Hoe zagen Nederlandse schilders er in de zeventiende eeuw zelf uit? Het Mauritshuis geeft vanaf 8 oktober antwoord op die vraag met de tentoonstelling ‘Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw’.

Met 27 schilderijen geeft het museum een beeld van de verschillende soorten zelfportretten in die tijd, zoals portretten als ‘heer van stand’, zelfportretten met familieleden en zelfportretten met beroepsattributen (een palet, penseel of schildersezel). Er hangen werken van meesters als Jan Steen, Rembrandt en Gerrit Dou.

Door de selfie staat het zelfportret nu weer volop in de belangstelling, zegt het Mauritshuis, die het fenomeen daarom heeft aangegrepen voor een expositie. “Veel Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw hebben zelfportretten gemaakt, meer dan in enig ander land.” Het maken van een zelfportret was destijds het exclusieve domein van kunstenaars. “De enige techniek om toen een selfie te maken was de teken- of schilderkunst.” Foto: http://www.Mauritshuis.nl

Mauritshuis toont ‘selfies’ uit de Gouden Eeuw

AD 23.07.2015 Hoe zagen Nederlandse schilders er in de zeventiende eeuw zelf uit? Het Mauritshuis in Den Haag geeft vanaf 8 oktober antwoord op die vraag met de tentoonstelling Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw.

Met 27 schilderijen geeft het museum een beeld van de verschillende soorten zelfportretten in die tijd, zoals portretten als ‘heer van stand’, zelfportretten met familieleden en zelfportretten met beroepsattributen (een palet, penseel of schildersezel).

Er hangen werken van meesters als Jan Steen, Rembrandt en Gerrit Dou.

Het zelfportret
Door de selfie staat het zelfportret nu weer volop in de belangstelling, zegt het Mauritshuis, die het fenomeen daarom heeft aangegrepen voor een expositie. ,,Veel Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw hebben zelfportretten gemaakt, meer dan in enig ander land.”
Het maken van een zelfportret was destijds het exclusieve domein van kunstenaars. ,,De enige techniek om toen een selfie te maken was de teken- of schilderkunst.”

Lees ook

‘Saul en David’ – Is het nou een Rembrandt of toch niet? juni 6, 2015

Posted by jandewandelaar in Uncategorized.
Tags: , , ,
add a comment

‘Saul en David’.

De tentoonstelling ‘Rembrandt? De zaak Saul en David’, is van 11 juni t/m 13 september in het Mauritshuis in Den Haag.

Het onderzoek dat vooraf ging aan deze tentoonstelling had veel weg van een ‘Crime Scene Investigation’. Het schilderij Saul en David werd in het verleden beschouwd als een van Rembrandts topstukken, maar is het werk wel van de grote meester? De tentoonstelling laat zien hoe, met behulp van de nieuwste apparatuur en onderzoeksmethodes fascinerende ontdekkingen zijn gedaan over het ontstaan, de geschiedenis en de toeschrijving van het schilderij.

Mauritshuis is overtuigd van ‘ware’ Rembrandt

AD 09.06.2015 Het duurde acht jaar maar het Mauritshuis is er nu echt zeker van. Het schilderij ‘Saul en David’ is gemaakt door schilder Rembrandt.

Een groot team van internationale experts nam het werk onder de loep en concludeerde dat het werk van de zeventiende-eeuwse meester moet zijn.

Lees ook

Mauritshuis weet het zeker: schilderij is echte Rembrandt

AD 09.06.2015 Het Mauritshuis in Den Haag is er na acht jaar onderzoek van overtuigd dat het schilderij ‘Saul en David’ echt gemaakt is door Rembrandt.

Een groot team van internationale experts nam het werk onder de loep en concludeerde dat het werk van de zeventiende-eeuwse meester moet zijn. De meningen over de maker liepen altijd sterk uiteen. Het schilderij is al een paar keer eerder toegeschreven aan Rembrandt, maar ook rezen er twijfels. Om de impasse te doorbreken, besloot het museum het doek in 2007 opnieuw te onderzoeken.

Wetenschappers ontdekten via verfmonsters dat de ondergrond ,,karakteristiek” was voor schilderijen uit Rembrandts atelier in de jaren 1650-1660. Ook werd ontdekt dat het doek in twee fasen was geschilderd.

Fases
Over de eerste fase rond 1650 zegt het Mauritshuis: ,,Het grote formaat van het historiestuk en de kleurrijke en gevoelvolle modellering van sommige aspecten van het schilderij komen goed overeen met andere werken van Rembrandt uit die periode.”

In de tweede fase werden delen van het schilderij voltooid, zoals het gezicht en de handen. Hierover is het onderzoeksteam minder zeker. De experts vinden het ,,een bijzonder onwaarschijnlijk scenario” dat Rembrandt toestond dat een leerling het zou voltooien. Ook zou een andere kunstenaar het afgemaakt kunnen hebben na Rembrandts dood, maar hiervoor is geen bewijs. ,,Het Mauritshuis heeft daarom de conclusie getrokken dat de tweede fase ook door Rembrandt is geschilderd.”

Het Mauritshuis kocht het werk in 1898. Voor toenmalig directeur Abraham Bredius bestond er geen twijfel dat het hier om een van de belangrijkste schilderijen van Rembrandt ging.

Lees ook;

Mauritshuis Den Haag weet het zeker: ‘Saul en David’ is van Rembrandt

RTVWEST 09.06.2015 Het Mauritshuis in Den Haag is er na acht jaar onderzoek van overtuigd dat het schilderij ‘Saul en David’ echt gemaakt is door Rembrandt. Een groot team van internationale experts nam het werk onder de loep en concludeert dat het schilderij van de zeventiende-eeuwse meester moet zijn.

De meningen over de maker liepen altijd sterk uiteen. Het schilderij is al een paar keer eerder toegeschreven aan Rembrandt, maar ook rezen er twijfels. Om de impasse te doorbreken, besloot het museum het doek in 2007 opnieuw te onderzoeken.

Wetenschappers ontdekten via verfmonsters dat de ondergrond ‘karakteristiek’ is voor schilderijen uit Rembrandts atelier in de jaren 1650-1660. Ook werd ontdekt dat het doek in twee fasen is geschilderd. … Lees verder

gerelateerde artikelen;

Het Mauritshuis:“Saul en David is een echte Rembrandt”

Den HaagFM 09.06.2015 Het Mauritshuis is er na acht jaar onderzoek van overtuigd dat het schilderij ‘Saul en David’ echt gemaakt is door Rembrandt. Een groot team van internationale experts nam het werk onder de loep en concludeert dat het schilderij van de zeventiende-eeuwse meester moet zijn.

De meningen over de maker liepen altijd sterk uiteen. Het schilderij is al een paar keer eerder toegeschreven aan Rembrandt, maar ook rezen er twijfels. Om de impasse te doorbreken, besloot het museum het doek in 2007 opnieuw te onderzoeken.

“Het grote formaat van het historiestuk en de kleurrijke en gevoelvolle modellering van sommige aspecten van het schilderij komen goed overeen met andere werken van Rembrandt uit die periode”, laat een woordvoerder van het Mauritshuis weten. …lees meer

Case closed: ‘Saul en David’ is een echte Rembrandt

Trouw 09.06.2015 Is het een echte Rembrandt of toch niet? Jarenlang werd forensisch onderzoek naar het schilderij ‘Saul en David’. Vandaag werd het definitieve antwoord onthult: het is een echte. Kunstredacteur Henny de Lange ging eerder al naar het Mauritshuis om het onderzoek te volgen.

Ze gaat nog net niet fluisteren, maar haar stem krijgt iets samenzweerderigs. Emilie Gordenker, de directeur van het Mauritshuis in Den Haag, gaat de uitkomst onthullen. Is ‘Saul en David’ een echte Rembrandt? Of toch niet? Haar vinger gaat naar haar lippen. Ze vertelt het, maar het mag nog niet bekend worden. Er zijn harde afspraken gemaakt over het moment van de ontknoping.

  • Bekijk ieder detail
    Welke onderdelen van het schilderij leiden tot twijfel?Verken hier het schilderij en zoom in tot op de penseelstreken.

Bekijk hieronder de details van het schilderij. Daaronder kunt u verder lezen.

© Mauritshuis. Anthony van Dijcks portret van Isabella Clara Eugenia.

© Mauritshuis. Anthony van Dijcks portret van Isabella Clara Eugenia.

Uit een kopie van dit doek zijn stukken gesneden die aan het schilderij van Saul en David zijn gezet.

Het Mauritshuis geeft in die ontdekkingsreis eerlijk toe dat je nooit honderd procent zeker weet dat het schilderij echt is. Bezoekers horen zowel het oordeel van Rembrandt-kenner Van de Wetering, die direct de streek van Rembrandt herkent in het schilderij, als dat van zijn collega Grifford, die nog steeds twijfelt. De tweede fase van het schilderij kan volgens haar ook door iemand anders uit Rembrandts atelier geschilderd zijn.

Dat is voor het Mauritshuis geen probleem. “We willen niet dat de vraag ‘is het echt of niet?’ de boventoon voert”, zei Gordenker dinsdag in The New York Times. “We nemen een standpunt in, maar we staan open voor nieuwe ontdekkingen en onthullingen.”

Rembrandt is wel echt

Telegraaf 09.06.2015  Het Mauritshuis in Den Haag is er na acht jaar onderzoek van overtuigd dat het schilderij ‘Saul en David’ echt gemaakt is door Rembrandt. Een groot team van internationale experts nam het werk onder de loep en concludeerde dat het werk van de zeventiende-eeuwse meester moet zijn.

De meningen over de maker liepen altijd sterk uiteen. Het schilderij is al een paar keer eerder toegeschreven aan Rembrandt, maar ook rezen er twijfels. Om de impasse te doorbreken, besloot het museum het doek in 2007 opnieuw te onderzoeken.

Expositie over omstreden ‘Rembrandt-schilderij’ in Mauritshuis

Den HaagFM 03.06.2015 Is het nou een schilderij van Rembrandt of toch niet? Deze zomer concentreert het Mauritshuis zich op één schilderij: ‘Saul en David’. Het omstreden doek is in de afgelopen jaren zorgvuldig onderzocht en gerestaureerd, en wordt voor het eerst in deze tentoonstelling gepresenteerd.

Het onderzoek dat vooraf ging aan deze tentoonstelling had veel weg van een ‘Crime Scene Investigation’. Het schilderij Saul en David werd in het verleden beschouwd als een van Rembrandts topstukken, maar is het werk wel van de grote meester? De tentoonstelling laat zien hoe, met behulp van de nieuwste apparatuur en onderzoeksmethodes fascinerende ontdekkingen zijn gedaan over het ontstaan, de geschiedenis en de toeschrijving van het schilderij.

Emilie Gordenker, de directeur van het Mauritshuis in Den Haag, zegt dat uiterlijk bij de start van de expositie op 11 juni bekend zal worden gemaakt of het doek een echte Rembrandt is of niet. …lees meer

Narcissen, maagdenpalm en viooltjes in een kan in het Haags museumMauritshuis april 17, 2015

Posted by jandewandelaar in Uncategorized.
Tags: , , , , ,
add a comment

Narcissen, maagdenpalm en viooltjes in een kan – Ludger tom Ring II

Mauritshuis in Den Haag heeft uniek schilderij in handen: Ook in de zestiende eeuw hielden ze al van bloemen

RTVWEST 15.04.2015 Het Mauritshuis in Den Haag heeft vanaf donderdag een zeldzaam bloemstilleven aan de muur hangen. Het gaat om het stuk ‘Narcissen, maagdenpalm en viooltjes in een kan’ van de Duitse schilder Ludger tom Ring II, dat rond 1562 is gemaakt.

Het schilderij is door Stichting Vrienden van het Mauritshuis voor 480.000 euro gekocht op een veiling in New York. Zij heeft het werk langdurig in bruikleen gegeven aan het museum.

LEES OOK: Nieuwe ontdekkingen schilderij Mauritshuis door ‘Crime Scene Investigation’-techiek

Volgens het Mauritshuis is dit het eerste bloemstilleven uit de zestiende eeuw in een Nederlands museum. Lees verder

gerelateerde artikelen;

Mauritshuis is zeldzaam bloemstilleven rijker

Den HaagFM 16.04.2015 Het Mauritshuis heeft sinds donderdag een zeldzaam bloemstilleven aan de muur hangen.

Het gaat om het stuk ‘Narcissen, maagdenpalm en viooltjes in een kan’ van de Duitse schilder Ludger tom Ring II, dat rond 1562 is gemaakt. Het schilderij is door Stichting Vrienden van het Mauritshuis voor 480.000 euro gekocht op een veiling in New York. Zij heeft het werk langdurig in bruikleen gegeven aan het museum.

Emilie Gordenker, directeur van het Mauritshuis: “Een vroeg zestiende-eeuws geschilderd bloemstilleven zoals deze aanwinst was nog niet aanwezig in het Mauritshuis of in een andere Nederlandse openbare verzameling. Het Mauritshuis had daarom al lang de wens om een dergelijk schilderij aan de verzameling toe te voegen. Bovendien was van Ludger tom Ring tot vandaag geen enkel werk vertegenwoordigd in een Nederlandse collectie. Wij zijn onze Vrienden ongelofelijk dankbaar dat zij dit werk voor ons verworven hebben.”   …lees meer